This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Planning
Wat weten jullie nog? 5 minuten
Huiswerk nakijken 15 minuten
Instructie bss. 3 15 minuten
Maken opdrachten 10 minuten
Klassecompetitie 5 minuten
Slide 1 - Slide
Waarom hebben sommige mensen krullen, een beetje krullen of juist niet? Wat is er met het DNA van een albino egel gebeurd, en hoe heet hij dan? Welke stoffen kunnen mutaties veroorzaken Beantwoord 1 /2 of 3 vragen. Kijk hoever je komt!
Slide 2 - Open question
huiswerk bss 3.
opdracht 19, 20 & 22
we bespreken de opdrachten die niet goed zijn gemaakt, heb je vragen stel ze want volgende week krijg je een SO
Slide 3 - Slide
Er zijn een paar cellen waarbij één mutatie meteen heel gevaarlijk kan zijn. Welke cellen?
Slide 4 - Slide
Liever niet in je sperma of eicellen!
Als er een mutatie gebeurd in geslachtcellen;
zaadcellen of eicellen. Dan hebben
alle nakomelingen die mutatie.
Er ontstaat een nieuw genotype
met nieuw DNA.
Slide 5 - Slide
Is een mutatie in een geslachtcel of en cel in je hart gevaarlijker gevaarlijk?
A
Geslachtcel, want dan zit in alle cellen van je kinderen
B
Geslachtcel, omdat die dan in al je geslachtcellen zit
C
hartcel, je hebt maar een paar hartcellen
D
hartcel, want dan verspreid de mutatie zich
Slide 6 - Quiz
Het is een gevaarlijke ziekte, maar wat is kanker eigenlijk?
Slide 7 - Slide
Te vaak delen is niet goed
Wanneer de genen muteren die de
celdeling regelen kan een cel
opeens heel vaak gaan delen.
Zo’n klomp cellen noem je een
kankergezwel of tumor.
Als deze je ziek maakt heb je kanker.
Slide 8 - Slide
Wat zou er kunnen gebeuren wanneer kankercellen van een kankergezwel loslaten? Kijk goed wat je ziet.
Slide 9 - Slide
Kanker kan verspreiden door je bloed
Kanker kan via je bloed uitzaaien
( verplaatsen) naar andere plekken.
Als het bij belangrijke organen
terecht komt kan dit heel gevaarlijk zijn.
Slide 10 - Slide
Hoe kan een mutatie in 1 cel voor kanker zorgen ergens anders in je lichaam?
A
De cel deelt zich snel en besmet andere cellen
B
Die ene cel gaat via de bloedomloop naar een andere plek
C
De cel deelt zich, sommige cellen kunnen loslaten en via de bloedsomloop verspreiden
D
Al je cellen zijn hetzelfde, dus de mutatie zit in iedere cel
Slide 11 - Quiz
Huiswerk volgende les
Maak nu opdracht 21 en de test jezelf van Bss. 3
Huiswerk voor de volgende les
Hulp van je buurman mag wel, hoeft niet
Slide 12 - Slide
Klassecompetitie
Slide 13 - Slide
Heb je 46 verschillende chromosomen?
Is dit een jongen of een meisje?
Slide 14 - Slide
Chromosomenparen en genenparen
Net als chromosomen komen genen in
paartjes voor, dus steeds 2. Ze kunnen
verschillen of hetzelfde zijn.
zaadcel heeft 23
en eicel ook 23 chromosomen
Slide 15 - Slide
Hoeveel genen zitten er in je cellen?
A
23 paartjes
B
duizenden genen die allemaal anders zijn
C
duizenden genen maar steeds in paartjes
D
geen een.... nee geen idee
Slide 16 - Quiz
Hoe krijg je van 1 cel, 2 cellen?
Slide 17 - Slide
giphy.com
Slide 18 - Link
Hoe werkt celdeling
1. Eerst verdubbelen de chromosomen
2. De moedercel deelt zich in twee
dochtercellen met hetzelfde genotype
met elk 46 chromosomen
Slide 19 - Slide
huiswerk bss 1.
opdracht 12, 13, 14, 16, 17
we bespreken de opdrachten die niet goed zijn gemaakt, heb je vragen stel ze want dit keer krijg je een SO.