01/06 bss. 3 Variatie in genotypen deel 1 en 2

Planning
Wat weten jullie nog? 5 minuten
Huiswerk nakijken 15 minuten
Instructie bss. 3 15 minuten
Maken opdrachten  10 minuten
Klassecompetitie 5 minuten

1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning
Wat weten jullie nog? 5 minuten
Huiswerk nakijken 15 minuten
Instructie bss. 3 15 minuten
Maken opdrachten  10 minuten
Klassecompetitie 5 minuten

Slide 1 - Slide

Wat hebben chromosomen en genen met elkaar te maken?
Welke genen staan aan je oog? En welke uit?
Wat is het verschil tussen lichaamscellen en geslachtcellen?
Beantwoord 1/2/3 vragen, kijk hoever je komt!

Slide 2 - Open question

huiswerk bss 2.
opdracht 12, 13, 14, 16, 17

we bespreken de opdrachten die niet goed zijn gemaakt, heb je vragen stel ze want volgende week krijg je een SO

Slide 3 - Slide

Erfelijkheid en evolutie Bss. 3 Variatie in genotypen
Leerdoelen deze les ( ook voor klassecompetitie)
- Je kunt uitleggen hoe de genen van twee ouders bepalen hoe hun kind er uit ziet.
- Je weet wat een mutatie is en hoe mutaties kunnen ontstaan.
- Je weet hoe kanker ontstaat en hoe het kan uitzaaien.


Slide 4 - Slide

Hoe kan het dat je meestal voor de helft op je vader lijkt en half op je moeder?

Slide 5 - Slide

Cocktail of puur?
Voor elke eigenschap heb je 2 genen ( van pap en mam). De genen kunnen gelijk of ongelijk zijn. Als de genen ongelijk zijn krijg je een combinatie van de twee zoals bij het meisje rechts.

Slide 6 - Slide

Wat is er aan de hand met deze egel?

Slide 7 - Slide

Wat is een mutant? En wat is een mutatie?
Deze egel is een albino. Zijn DNA is veranderd. 
Zo’n verandering in het genotype noem 
je een mutatie. Als de mutatie zichtbaar 
is in het fenotype noem je een organisme 
een mutant.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Is iemand die geboren is met maar 1 long een mutant?
A
Ja want normaal heb je er twee
B
Nee want je ziet de mutatie niet in het fenotype
C
Ja want bij alle mutaties ben je een mutant
D
Nee want je ziet de mutatie niet in het genotype

Slide 10 - Quiz

Kijk eens goed naar deze afbeelding. Wat hebben deze dingen  met mutaties te maken denk je?

Slide 11 - Slide

Mutaties gebeuren niet zomaar
Mutaties gebeuren onder extreme omstandigheden. 

Door mutagene straling zoals 
zonnestralen of röntgenstralen.
Door mutagene stoffen zoals 
tabaksrook of asbest.


Mutageen 
betekend dat 
het voor 
mutaties
 kan zorgen

Slide 12 - Slide

Huiswerk volgende les 
Maak nu opdracht 19, 20, & 22

Huiswerk voor de volgende les

Hulp van je buurman mag wel, hoeft niet

Slide 13 - Slide

Klassecompetitie

Slide 14 - Slide

Tegenwoordig kunnen wetenschapeprs DNA aanpassen
Wat zou je dan allemaal kunnen doen denk je?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Designerbaby's, knippen in DNA om zieke mensen beter te maken. Wat vind je hiervan? En wat zou jij aan jezelf veranderen?

Slide 17 - Open question

Er zijn een paar cellen waarbij één mutatie meteen heel gevaarlijk kan zijn. Welke cellen?

Slide 18 - Slide

Liever niet in je sperma of eicellen!

Als er een mutatie gebeurd in geslachtcellen; 
zaadcellen of eicellen. Dan hebben 
alle nakomelingen die mutatie. 
Er ontstaat een nieuw genotype 
met nieuw DNA.

Slide 19 - Slide

Is een mutatie in een geslachtcel of en cel in je hart gevaarlijker gevaarlijk?
A
Geslachtcel, want dan zit in alle cellen van je kinderen
B
Geslachtcel, omdat die dan in al je geslachtcellen zit
C
hartcel, je hebt maar een paar hartcellen
D
hartcel, want dan verspreid de mutatie zich

Slide 20 - Quiz

Het is een gevaarlijke ziekte,  maar wat is kanker eigenlijk?

Slide 21 - Slide

Te vaak delen is niet goed
Wanneer de genen muteren die de 
celdeling regelen kan een cel 
opeens heel vaak gaan delen.

Zo’n klomp cellen noem je een 
kankergezwel of tumor
Als deze je ziek maakt heb je kanker.

Slide 22 - Slide

Wat zou er kunnen gebeuren wanneer kankercellen van een kankergezwel loslaten? Kijk goed wat je ziet.

Slide 23 - Slide

Kanker kan verspreiden door je bloed
Kanker kan via je bloed uitzaaien 
( verplaatsen) naar andere plekken. 
Als het bij belangrijke  organen 
terecht komt kan dit heel gevaarlijk zijn.


Slide 24 - Slide

Hoe kan een mutatie in 1 cel voor kanker zorgen ergens anders in je lichaam?
A
De cel deelt zich snel en besmet andere cellen
B
Die ene cel gaat via de bloedomloop naar een andere plek
C
De cel deelt zich, sommige cellen kunnen loslaten en via de bloedsomloop verspreiden
D
Al je cellen zijn hetzelfde, dus de mutatie zit in iedere cel

Slide 25 - Quiz

Huiswerk volgende les 
Maak nu opdracht 21 en test jezelf van Bss. 3

Huiswerk voor de volgende les

Hulp van je buurman mag wel, hoeft niet

Slide 26 - Slide

Klassecompetitie

Slide 27 - Slide

Heb je 46 verschillende chromosomen?
Is dit een jongen of een meisje?

Slide 28 - Slide

Chromosomenparen en genenparen
Net als chromosomen komen genen in 
paartjes voor, dus steeds 2. Ze kunnen 
verschillen of hetzelfde zijn.
zaadcel heeft 23 
en eicel ook 23 chromosomen

Slide 29 - Slide

Hoeveel genen zitten er in je cellen?
A
23 paartjes
B
duizenden genen die allemaal anders zijn
C
duizenden genen maar steeds in paartjes
D
geen een.... nee geen idee

Slide 30 - Quiz

Hoe krijg je van 1 cel, 2 cellen?

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Link

Hoe werkt celdeling
1. Eerst verdubbelen de chromosomen
2. De moedercel deelt zich in twee 
dochtercellen met hetzelfde genotype
met elk 46 chromosomen

Slide 33 - Slide

huiswerk bss 1.
opdracht 12, 13, 14, 16, 17

we bespreken de opdrachten die niet goed zijn gemaakt, heb je vragen stel ze want dit keer krijg je een SO.

Slide 34 - Slide

Klassecompetitie

Slide 35 - Slide

Huiswerk volgende les 
Maak nu opdracht 12, 13, 14, 16, 17

Huiswerk voor de volgende les

Hulp van je buurman mag wel, hoeft niet

Slide 36 - Slide