Uit een etiquetteboekje uit de 12e eeuw:
Vrouwen behoor je te eren zoveel je kunt;
je mag niet minachtend over hen spreken.
Je moet hen niet slecht beoordelen, wij
zijn immers allemaal uit een vrouw geboren.
Voordat je een deur die je gesloten vindt,
opendoet, kun het best eerst even kuchen
of iets zeggen, en de deur niet zomaar openzwaaien.
Wanneer een beter of verstandiger mens
dan jijzelf het woord tot je richt, moet je je
mond houden terwijl hij spreekt.
Het is immers onhoofs om iemand
in de rede te vallen, voordat hij helemaal uitgesproken is.
Leun niet onder ieders ogen met je
ellebogen op tafel. Ga rechtop zitten en
schep het eten op voor je disgenoot,
dan zal hij je prijzen.