This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Herzlich Willkommen
in der Deutsch-Stunde!
Slide 1 - Slide
Was macht ihr Heute?
Wiederholen / herhalen
Der + Ein-Gruppe
Sterke werkwoorden (klinkerveranderingen)
Voorzetsels 3e + 4e naamval
Wochenaufgabe:
Oefentoets Grammatik
"Slim stampen" alles von Kapitel 4, 5 und 6 für den Test in Woche 13
Slide 2 - Slide
Wat klopt er niet aan deze zinnen?
Mij fiets op straat.
Hem gaat met de trein.
Mij roep jij.
Ons gaan hij kietelen.
Daarom zijn naamvallen belangrijk!! Hierdoor begrijpen wij elkaar beter!
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
der-Gruppe:
dies... - deze manch... - sommige
welch... - welke jed... - elke
solch... - zulke all... - alle
der/ein-Gruppe
M
V
O
MV
1e
der / ein
die / eine
das / ein
die / keine
3e
dem / einem
+em
der / einer
+er
dem / einem
+em
den / keinen
+en
4e
den / einen
+en
die / eine
das / ein
die / keine
uitleg
ein-Gruppe:
mein - mijn unser - onze
dein - jouw euer - jullie
sein - zijn ihr - hun
ihr - haar Ihr - uw
der Gruppe?
Slide 5 - Slide
m.
v.
o.
mv.
1e
der
die
3e
dem
den
4e
die
das
die
Der-Gruppe
den
dem
die
das
der
Slide 6 - Drag question
ein-Gruppe:
bezittelijk voornaamwoord
der-Gruppe:
aanwijzend voornaamwoord
dein Bruder
dieser Mann
eure Schwester
dieses Kind
ihre Kinder
mich
unser
Vater
uns
welche Frau...?
Slide 7 - Drag question
1e naamval
3e naamval
4e naamval
mich
dir
sie (ev)
euch
ihm
ihn
wir
Ihnen
Slide 8 - Drag question
Sterke werkwoorden
Slide 9 - Slide
Herkennen
Zwakke ww: geen klinkerwisseling van v.t. naar t.t. in NL
Voorbeelden: horen - hoorde, heten - heette
Sterke ww: wél klinkerwisseling van t.t. naar v.t. in NL
Voorbeelden: eten - at, rijden - reed
Slide 10 - Slide
Sterke ww - regels bij "du + er,sie,es"
Zwakke werkwoorden: feesttenten 🎪🎪 in verbinding met idewis ich + e, du + st,er/sie/es + t, wir + en, ihr + t, Sie/sie + en
Sterke werkwoorden: klinkerwisseling in de stam van het ww bij de vnw ......du + er/sie/es ich fahre / du fährst / er fährt / wir fahren...... a = ä ich helfe / du hilfst / er hilft / wir helfen........... e = i ..... korte klank !! ich sehe / du siehst / er sieht / wir sehen ........e = ie .... lange klank !!
Slide 11 - Slide
Wat is een sterk werkwoord?
A
een werkwoord dat verandert van klank bij meervoud
B
een werkwoord dat verandert van klank in de verleden tijd
C
een werkwoord dat niet verandert in de verleden tijd
D
een werkwoord dat niet verandert in bij meervoud
Slide 12 - Quiz
Sterk werkwoord
Zwak werkwoord
Zingen
Klappen
Lopen
Reizen
Fietsen
Kijken
Lezen
Spelen
Slide 13 - Drag question
Welke pvnw (persoonlijke voornaamwoorden) krijgen een klinkerverandering?
Slide 14 - Open question
Welke klinkerverandering vind plaats bij du + er/sie/es fahren / helfen / sehen?
Slide 15 - Open question
Voorzetsels 3e naamval
Slide 16 - Slide
Voorzetsels + 4e naamval
(Präpositionen Akkusativ)
durch
door
Durch dich bin ich zu spät.
für
voor
Für mich eine Cola bitte.
ohne
zonder
Ohne dich kann ich nicht leben.
um
om
Um uns brauchst du nicht zu bleiben
bis
tot
Also, dann bis morgen!
gegen
tegen
Hat er gegen euch gesagt, dass ihr zu spät wart?
Slide 17 - Slide
Voorzetsels 4e naamval
Voorzetsels 3e naamval
mit
nach
bei
von
aus
zu
durch
ohne
um
bis
gegen
seit
für
Slide 18 - Drag question
Slide 19 - Slide
Wat snap je nog niet? Heb je nog vragen? Wat will je nog uitgelegd krijgen?