What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spelling leerjaar 1 MHV: deel II bijvoeglijk naamwoord
Deze les
Instructie
Quiz
Aan de slag!
Grammatica - bijvoeglijk naamwoord
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Deze les
Instructie
Quiz
Aan de slag!
Grammatica - bijvoeglijk naamwoord
Slide 1 - Slide
Hoe schrijf je een bijvoeglijk naamwoord?
Je plakt een
-e
achter het woord:
mooi
->
mooi
e
(lange vorm)
Soms verandert het woord niet: korte vorm
Korte vorm gebruik je als (1) het bijv. nw. achter het zelfstandig naamwoord staat -> Dat is huis is
prachtig
.
Korte vorm gebruik je als (2) je bij de 'een-vorm' van een 'het-woord'
-> een
mooi
meisje
-> een
heerlijk
gerecht
Grammatcia - bijvoeglijk naamwoord
Slide 2 - Slide
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
QUIZ
Slide 3 - Slide
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Hans en Marije hebben een (groot) probleem.
A
grote
B
groten
C
groote
D
groot
Slide 4 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Hij knalde op de (beton) paaltjes.
A
betonne
B
betonnen
C
betonen
D
betone
Slide 5 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Dat (verzinnen) verhaal was echt eng.
A
verzinnende
B
verzonnen
Slide 6 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Dat (raar) jong heeft mijn stuntstep gestolen.
A
rare
B
raare
C
raren
Slide 7 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Dat is een (prachtig) uitvoering.
A
prachtig
B
prachtigen
C
prachtige
Slide 8 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
De meester kon wel lachen om de (zingen) leerlingen.
A
gezongen
B
zingende
C
zingenden
Slide 9 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Wat een (bizar) vertoning!
A
bizarre
B
bizar
C
bizare
Slide 10 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Die jongen droeg een (zijde) jurk.
A
zijde
B
zijden
Slide 11 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Wat een (gezellig) familie is dat geworden.
A
gezellig
B
gezellige
C
gezelligen
Slide 12 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
De (vermoorden) man vermoordde zelf ook vijf mensen.
A
vermoordde
B
vermoorde
C
vermoorden
Slide 13 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Het was een (druk) bedoening in het Vondelpark.
A
druk
B
druke
C
drukke
Slide 14 - Quiz
Aan de slag!
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Je kunt nu verder aan de opdrachten in het groene werkboekje.
Wat maak ik?
Opdracht 5, 7, 8 en 9 op pagina 28 tot en met 30
Dit is huiswerk voor de volgende les!
Slide 15 - Slide
More lessons like this
Spelling leerjaar 1 bijvoeglijk naamwoord
May 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Brugklas H5 Spelling (bn, les 1)
May 2022
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Bijvoeglijk naamwoord
November 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Spelling leerjaar 1 bijvoeglijk naamwoord
January 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
§2 Spelling 1HV bijvoeglijk naamwoord
May 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Spelling H5 bijvoeglijk naamwoord
June 2022
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
§2 Spelling 1HV bijvoeglijk naamwoord
October 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Spelling Kern H13
June 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1