A2 Woordenschat

1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Huiswerk
Opdracht met vragen over H1 t/m 6

Slide 2 - Slide

Soort vragen in de toets
Bij welke zin past de uitdrukking zich met hand en tand verzetten?

A.  Het slachtoffer van de overval sloeg met haar paraplu de schurk in zijn gezicht en schopte hem tegen de schenen.
B.  Toen de voorstelling eenmaal voorbij was, werden alle tafels en stoelen weer op de juiste plaats gezet.

Slide 3 - Slide

1.A. Maria vat zo'n klein meningsverschil op als een enorme ruzie: ze maakt van een mug een olifant.
A
juist gebruik uitdrukking
B
onjuist gebruik uitdrukking

Slide 4 - Quiz

1.B. Nouri doet altijd precies wat zijn vrienden zeggen: de appel valt niet ver van de boom.
A
juist gebruik uitdrukking
B
onjuist gebruik uitdrukking

Slide 5 - Quiz

Wat is de figuurlijke betekenis van het woord uilskuiken?
A
vogel
B
iemand die dom is of iets doms doet
C
iemand die niet van vogels houdt
D
een vogelaar

Slide 6 - Quiz

2. Maak een zin met het woord uilskuiken als metafoor.

Slide 7 - Open question

3. Maak een zin met het woord goochelen als een metafoor.

Slide 8 - Open question

Wat er in Den Haag allemaal bedacht wordt, heeft effect op de burgers van het hele land.
A
metafoor
B
metoniem
C
personificatie
D
vergelijking

Slide 9 - Quiz

Tante Anna hief een klaagzang aan over haar benarde financiële positie.
A
metafoor
B
metoniem
C
personificatie
D
vergelijking

Slide 10 - Quiz

Beslag leggen .....
+ betekenis

Slide 11 - Open question

ervaring hebben .....
A
bij
B
met
C
in
D
mee

Slide 12 - Quiz

In verband met het hoge water zal de zeedijk worden afgesloten.
Voorzetseluitdrukking vervangen
A
bij
B
met
C
door
D
ook

Slide 13 - Quiz

rijmende uitdrukking:
heg noch ..... weten
A
leg
B
skeg
C
steg
D
vleg

Slide 14 - Quiz

rijmende uitdrukking:
dubbel en .....
A
dik
B
dwars
C
bubbel
D
enkel

Slide 15 - Quiz

Zelf zinnen maken
  1. De nieuw buren die vanaf de eerste dag lawaai maakten, werden met argusogen bekeken.
  2. Deze sportschoenen zijn niet goedkoop, maar de kwaliteit is niet goed, dus ik heb me knollen voor citroenen laten verkopen. 

Slide 16 - Slide

Hoe is het gegaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Wat moet je nog echt goed leren?
Eén antwoord.
voorzetsel-uitdrukkingen vervangen
Bijbel en mythologie
rijmende paren
metafoormetoniem
vergelijkingpersonificatie
uitdrukkingenspreekwoorden
oude naamvallen

Slide 18 - Poll

timer
0:25
Maak een vergelijking met het woord varken.

Slide 19 - Mind map

Staat in de zin een voorzetseluitdrukking? Ik fiets langs de McDonalds.
timer
1:00
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Met ingang van a.s. woensdag krijg je één BigMac voor de prijs van twee.
Voorzetseluitdrukking?

timer
0:10
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quiz

wis en waarachtig
timer
0:10
A
zeer zeker
B
blijven lopen
C
helemaal klaar
D
hevig klagen

Slide 22 - Quiz

heel duidelijk
uitdrukking?
timer
0:10
A
een graantje meepikken
B
klip-en-klaar
C
kant en klaar
D
door weer en wind

Slide 23 - Quiz

Over koetjes en kalfjes praten.
Wat betekent deze uitdrukking?
timer
0:25

Slide 24 - Open question

Welke rijmende uitdrukking?
Jullie zullen als stel....met elkaar moeten delen.
timer
0:20
A
zonder slag of stoot
B
met raad en daad
C
buigen of barsten
D
lusten en de lasten

Slide 25 - Quiz

De transfer van Ronaldo naar Juventus is in kannen en kruiken.
timer
0:15
A
in de toekomst
B
maakt een grote kans
C
helemaal rond
D
aarzeling

Slide 26 - Quiz

Na de aanrijding met een boom is mijn scooter helemaal kapot.
timer
0:15
A
een barmhartige samaritaan
B
de benjamin
C
een odysse
D
naar de filistijnen

Slide 27 - Quiz

Winkels hanteren een nieuw beleid met betrekking tot het winkelen met mondkapjes.
timer
0:10
A
aangaande
B
na
C
voor
D
dankzij

Slide 28 - Quiz

op het laatste moment
Welke oude naamval geeft deze betekenis?
timer
0:15
A
ten voeten uit
B
in den vreemde
C
de dag des oordeels
D
ter elfder ure

Slide 29 - Quiz

H6 oude naamvallen opdr.2 
De haren rijzen je ..... (berg) bij zijn verhaal over kannibalisme

De haren rijzen je ten berge 
Betekenis: je bent echt geschokt en stomverbaasd

Nu jullie:

Slide 30 - Slide

Het oude schilderij is aangetast door de ....... ... ..... (tand,tijd)
timer
0:30

Slide 31 - Open question

1. Wat gaat goed?
2. Wat kan beter?

Slide 32 - Mind map

Aan de slag!
Maken Hoofdstuk 6 Woordenschat oude naamvallen opdracht 2+5

Leer: H1 Woordenschat uitdrukkingen en spreekwoorden
zo vrij als een ...     =    heel vrij
door de mand ....      = betrapt worden
van een mug een .... maken   = kleine problemen erg groot maken

Slide 33 - Slide