Herhalen osmose

Herhalen osmose en diffusie
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Herhalen osmose en diffusie

Slide 1 - Slide

Osmotische waarde van een oplossing is de hoeveelheid opgeloste deeltjes in een oplossing
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Hoe meer opgeloste deeltjes, hoe ___ de osmotische waarde.
A
Hoger
B
Lager

Slide 3 - Quiz

Osmotische waarde

Osmotische waarde: hoeveelheid opgeloste stoffen in het water.

Hoge osmotische waarde: veel opgeloste stoffen.
Lage osmotische waarde: weinig opgeloste stoffen.
Water stroomt van een lage -> hoge osmotische waarde.

Slide 4 - Slide

Wat is diffusie?
A
het omzetten van koolstofdioxide
B
langzame verspreiding van moleculen
C
het stoffentransport van een plant
D
het opslaan van water in de bladeren

Slide 5 - Quiz

osmose is een vorm van
A
actief transport
B
passief transport

Slide 6 - Quiz

het verplaatsen van water door een selectief-permeabel membraan, van een plaats met een lage osmotische waarde, naar een plaats met een hogere osmotische waarde.

de verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie van die stof, naar een plaats met een lage concentratie van die stof.

laat alle moleculen door.
laat alleen bepaalde moleculen door.
laat niets door.

het aantal opgeloste deeltjes per volume-eenheid.

Diffusie
Osmose
Osmotische waarde
Permeabel
Niet-permeabel
Selectief-permeabel

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Diffusie of
osmose?
A
Diffusie
B
Osmose

Slide 10 - Quiz

Hypertonisch
Hypotonisch
Isotonisch
Een hogere osmotische waarde dan hetgeen waarmee het vergeleken wordt. 
Een gelijke osmotische waarde met hetgeen waarmee het vergeleken wordt. 
Een lagere osmotische waarde dan hetgeen waarmee het vergeleken wordt. 

Slide 11 - Drag question

de osmotische waarde van zuiver water is ......... ten opzichte van een zoutoplossing
A
Hypertoon
B
Hypotoon
C
Isotoon

Slide 12 - Quiz

Diffusie of
osmose?
A
Diffusie
B
Osmose

Slide 13 - Quiz

In welke situatie is de osmotische waarde in de cel het hoogst?
A
situatie 1
B
situatie 2
C
situatie 3

Slide 14 - Quiz

Waar is de hogere concentratie deeltjes (de hogere Osmotische waarde)?
A
In het pure water
B
In de rode bloedcellen

Slide 15 - Quiz

Als je veel zweet in korte tijd is de osmotische waarde van je bloed verhoogd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Zee-egels leggen hun eieren in zeewater. De osmotische waarde van het cytoplasma van de eieren is gelijk aan de osmotische waarde van het zeewater. Voorspel wat er gebeurt wanneer de eieren in zeewater worden geplaatst
A
eieren worden groter
B
eieren krimpen
C
eieren blijven hetzelfde

Slide 17 - Quiz