zelftest 4.2

Welke uitspraken over de Honderdjarige Oorlog zijn juist?


A
De oorlog was bedoeld om de welvaart van de boeren te vergroten, om zo voor de gehele bevolking meer voedsel te krijgen.
B
De Engelse koning had bezittingen en lenen in Frankrijk en de Franse koning wilde die onder zijn macht brengen.
C
De Franse koning, die naar meer macht streefde, probeerde Engeland te veroveren.
D
Gewone mensen, zowel in steden als op het platteland, waren de dupe van de oorlogshandelingen.
1 / 14
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welke uitspraken over de Honderdjarige Oorlog zijn juist?


A
De oorlog was bedoeld om de welvaart van de boeren te vergroten, om zo voor de gehele bevolking meer voedsel te krijgen.
B
De Engelse koning had bezittingen en lenen in Frankrijk en de Franse koning wilde die onder zijn macht brengen.
C
De Franse koning, die naar meer macht streefde, probeerde Engeland te veroveren.
D
Gewone mensen, zowel in steden als op het platteland, waren de dupe van de oorlogshandelingen.

Slide 1 - Quiz

Drie uitspraken:
I Terwijl in de dertiende eeuw de Engelse koning steeds meer macht kwijtraakte, versterkte de Franse koning zijn machtspositie.
II De Franse koningen inden steeds meer belastingen, waardoor ze ambtenaren konden inhuren die hen hielpen bij het bestuur.
III Door steeds meer belasting te innen, kon de Franse koning een huurlingenleger betalen en dus werd hij steeds afhankelijker van de edelen.

A
I en II zijn juist
B
II en III zijn juist
C
I en III zijn juist
D
alledrie zijn juist

Slide 2 - Quiz

Wat is geen kenmerk of onderdeel van centralisatiepolitiek?



A
Het inhuren van goed getrainde en goed bewapende soldaten.
B
Het in dienst nemen van goed geschoolde ambtenaren.
C
Het verkopen van kroondomeinen.
D
Het uniformeren van wetgeving.

Slide 3 - Quiz

Vijf gebeurtenissen uit de Frans-Engelse verhoudingen:
1. Het einde van de Honderdjarige Oorlog.
2. Tijdens de Derde Kruistocht reizen de Franse en Engelse koningen gezamenlijk naar het Midden-Oosten.
3. De Engelsen winnen de Slag bij Crécy van de Fransen.
4. Onder leiding van Jeanne d’Arc worden de Engelsen uit Frankrijk verdreven.
5. De hertog van Normandië verovert Engeland.

A
4-5-2-3-1
B
3-5-4-1-2
C
5-2-3-4-1
D
5-4-2-3-1

Slide 4 - Quiz

Welke uitspraken over Bourgondië zijn onjuist?

A De Bourgondische hertogen konden door erfenissen en veroveringen hun gebied uitbreiden.
B De Bourgondiërs vochten trouw aan de zijde van de Franse koning tegen Engeland.
C De Bourgondische hertogen waren bijzonder geliefd bij hun onderdanen.
D De Bourgondische hertogen streefden naar centralisatie.
E Kort na de dood van Karel de Stoute ging Bourgondië over in handen van een andere familie: de Habsburgers.

A
A en B
B
B en C
C
C, D en E
D
D en E

Slide 5 - Quiz

De Bourgondische hertogen centraliseerden de belastingheffing. Wat is daar geen oorzaak van?



A
Steeds minder edelen wilden hun leven riskeren, waardoor huursoldaten hun plaats in het leger moesten gaan innemen.
B
De Bourgondische hertogen hadden te weinig inkomsten om alle uitgaven te dekken.
C
Het Parlement van Mechelen moest instemmen met nieuwe belastingmaatregelen.
D
Het werd voor de hertogen steeds moeilijker om bij de steden leningen af te sluiten.

Slide 6 - Quiz

Late middeleeuwen:
A
Staatsvorming
B
Feodalisme

Slide 7 - Quiz

Centralisatie is het begin van het einde van welk systeem?
A
Feodalisme
B
Tweezwaardenleer
C
Staatsvorming
D
Investituurstrijd

Slide 8 - Quiz

Welk begrip?

'Koningen willen hun land meer als één gebied met dezelfde regels en wetten besturen.'
A
Centralisatie
B
Staatsvorming
C
Antisemitisme

Slide 9 - Quiz

In Frankrijk en Engeland probeerden koningen in de 17e eeuw steeds meer macht naar zich toe te trekken. Hoe wordt dit streven genoemd?
A
Feodalisme
B
Absolutisme
C
Staatsvorming
D
Centralisatie

Slide 10 - Quiz

Wat is geen kenmerk van staatsvorming en centralisatie?
A
Centraal bestuur vanuit hoofdstad
B
Meer macht voor de vorst
C
Meer macht voor de vorst
D
Meer macht voor de burgers

Slide 11 - Quiz

Het streven naar zoveel mogelijk zelfbestuur en behoud van privileges heet...
A
Centralisatie
B
Particularisme

Slide 12 - Quiz

Welk begrip past bij: het streven om vast te houden aan zelfbestuur en oude voorrechten
A
Particularisme
B
Centralisatie
C
Privileges
D
Zelfbehoud

Slide 13 - Quiz

Karel de Stoute was een Bourgondische vorst die aan het einde van de middeleeuwen heerste over het gebied dat nu België, Luxemburg en Nederland is.
Welke gebeurtenissen uit het leven van Karel de Stoute is GEEN voorbeeld van centralisatie?
A
Karel de Stoute vestigt in 1473 in Mechelen een rekenkamer, waar ambtenaren de financiën van al zijn gebieden moeten bijhouden.
B
Karel de Stoute verovert het hertogdom Gelre en maakt zijn landsdelen zo tot een aangesloten gebied.
C
Karel de Stoute stelt een Grote Raad in, het hoogste rechtscollege van al zijn landsdelen.
D
Na de dood van Karel de Stoute belooft zijn dochter Maria van Bourgondië geen belastingen te heffen zonder toestemming van de landsdelen. In ruil hiervoor krijgt zij hun steun.

Slide 14 - Quiz