What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
GRAMMAR: both, each, all, every, none
Good morning!
Grammar lesson: both, each, all, every and none
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Good morning!
Grammar lesson: both, each, all, every and none
Slide 1 - Slide
Both
Each
All
Every
None
Alle/
allemaal
Elke
Geen/
niet een
Beide/
allebei
Iedere
Slide 2 - Drag question
Excercise 1
Choose the right answer.
Slide 3 - Slide
... countries have a flag.
Alle landen hebben een vlag.
A
Both
B
All
C
Each
D
Every
Slide 4 - Quiz
He wears socks on ... of his feet.
Hij draagt sokken om beide voeten.
A
Both
B
All
C
Each
D
None
Slide 5 - Quiz
She knows the answer to ... questions.
Zij weet het antwoord op alle vragen.
A
None
B
Each
C
All
D
Every
Slide 6 - Quiz
... sunday they go to church
Elke zondag gaan ze naar de kerk.
A
Both
B
Each
C
All
D
None
Slide 7 - Quiz
... of us won the lottery.
Niet een van ons won de loterij.
A
Both
B
Each
C
All
D
None
Slide 8 - Quiz
... room is full.
Iedere kamer is vol.
A
Both
B
Each
C
Every
D
None
Slide 9 - Quiz
That is ... of your business.
Dat gaat je niets aan.
A
Both
B
Each
C
All
D
None
Slide 10 - Quiz
... muscle in his body was sore.
Iedere spier in zijn lichaam deed pijn.
A
Each
B
All
C
Both
D
Every
Slide 11 - Quiz
Excercise 2
Open vragen
Kies uit: both / each / all / every / none
Je hoeft NIET de hele zin op te schrijven.
Slide 12 - Slide
He has played ... of his new games yet.
Slide 13 - Open question
The two best friends are quite hungry, so they ... order a snack.
Slide 14 - Open question
They ate ... of the cupcakes.
Slide 15 - Open question
It rained ... day of our holiday.
Slide 16 - Open question
Well done all of you!
Slide 17 - Slide
Both
Both betekent beide / allebei.
Je gebruikt both bij twee personen, dieren of dingen.
Bij both staat het zelfstandig naamwoord in het meervoud.
Both
burglars
were taken to the police station.
Emma feeds both
cats
at the same time.
Slide 18 - Slide
Each
Each betekent elke.
Je gebruikt each bij twee of meer personen, dieren of dingen.
Bij each staat het zelfstandig naamwoord in het enkelvoud.
She wore bracelets on each
arm
.
The trainer gave each
dog
a treat.
Slide 19 - Slide
All/every/none
All / every / none gebruik je bij 3 of meer personen, dieren of dingen.
All betekent alle / allemaal.
Every betekent iedere.
None betekent geen / niet één.
The burglar lost all the diamonds.
I have to do chores every day!
None of the prisoners could escape.
Slide 20 - Slide
Each vs Every
Each (elke) gebruik je om nadruk te leggen op individuele dingen.
Every (iedere) gebruik je om nadruk te leggen op het geheel.
Each hit song needs to be played.
That DJ knows every hit song.
Slide 21 - Slide
Waar je op moet letten:
Om hoeveel personen/dieren/dingen gaat het? (zelfstandignaamwoord/noun)
Staat de zelfstandignaamwoord in de zin in enkelvoud of meervoud?
Slide 22 - Slide
Ik kan 'both / each / all / every / none' gebruiken.
A
Ja
B
Nee
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Slide
More lessons like this
quantifiers both, each, every, all and none
February 2023
- Lesson with
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Both, Each, all, every, none
December 2023
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3 kader - grammar 7 (both, each, all, every, none)
November 2019
- Lesson with
17 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
3KB Theme 3: Grammar J
March 2019
- Lesson with
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Theme 3 3KB Test yourself
April 2019
- Lesson with
10 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Both, Each, all, every, none
February 2021
- Lesson with
16 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H3 SS5 Theme 3 J
June 2024
- Lesson with
22 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
24 nov both, every herhaling
November 2023
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2