This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Hart- en vaatziekten
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
1. Je kunt oorzaken en gevolgen van hart- en vaatziekten noemen. Ook kun je aangeven hoe je de kans op hart- en vaatziekten kunt verkleinen.
Slide 2 - Slide
Slagader
Ader
timer
0:45
Naar het hart toe
Van het hart af
Dikke gespierde wand
Dunne slappe wand
Kleppen over de gehele lengte
Kleppen alleen bij het hart
Bloed stroomt snel
Bloed stroomt langzaam
Slide 3 - Drag question
Een bloedvat heeft overal kleppen. Welk soort bloedvat is dit?
timer
0:30
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
Slide 4 - Quiz
Welk bloedvat is de slagader?
timer
0:30
A
1
B
2
C
3
Slide 5 - Quiz
Een bepaald bloedvat heeft een wand die maar een cellaag dik is. Dit bloedvat is een ...
timer
0:30
A
ader
B
slagader
C
haarvat
D
kan alle drie
Slide 6 - Quiz
Van welk type bloedvat is dit een tekening?
timer
0:30
A
ader
B
haarvat
C
slagader
Slide 7 - Quiz
Hartfalen wordt behandeld met medicijnen. De hoeveelheid medicijnen hangt af van de bloeddruk van de patiënt. Om voortdurend de bloeddruk te meten kan een apparaatje aangebracht worden in het bloedvat dat bloed vanuit het hart naar de longen vervoert.
Hoe heet het bloedvat dat bloed vanuit het hart naar de longen vervoert? En behoort dit bloedvat tot de kleine of tot de grote bloedsomloop?
A
Dit bloedvat heet longslagader en behoort tot de kleine bloedsomloop.
B
Dit bloedvat heet longslagader en behoort tot de grote bloedsomloop.
C
Dit bloedvat heet longader en behoort tot de kleine bloedsomloop.
D
Dit bloedvat heet longader en behoort tot de grote bloedsomloop.
Slide 8 - Quiz
In de afbeelding is een dwarsdoorsnede van de borstkas van de mens schematisch getekend. P geeft een harthelft aan. P is door een bloedvat verbonden met orgaan Q. Dit bloedvat is niet getekend. Welk bloedvat is dit?
A
Aorta
B
longader
C
longslagader
D
Holle ader
Slide 9 - Quiz
Het bloed neemt koper op uit het voedsel en vervoert het naar de lever.
Het bloedvat dat bloed vanuit de darmen naar de lever vervoert, is in de afbeelding aangegeven met nummer 11.
Hoe heet dit bloedvat?
darmslagader
leverader
leverslagader
poortader
Slide 10 - Drag question
Hoe heet letter U ?
A
Longslagader
B
longader
C
kransslagader
D
aorta
Slide 11 - Quiz
Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer
Slide 12 - Drag question
Hoe heet letter Q ?
A
Longslagader
B
longader
C
kransslagader
D
aorta
Slide 13 - Quiz
Hoe heet letter T ?
A
Longslagader
B
longader
C
kransslagader
D
aorta
Slide 14 - Quiz
Hoeveel boezems heeft het hart?
A
1
B
4
C
3
D
2
Slide 15 - Quiz
Grote bloedsomloop: Vul de onderdelen van de grote bloedsomloop in de juiste volgorde.
Zuurstofrijk en zuurstofarm maar 1x gebruiken in het 1e bloedvat waarvoor dit geldt.
Start met de ruimte van waaruit het bloed uit
het hart stroomt.
1
2
3
4
5
6
7
linkerboezem
lichaamshaarvaten in organen
aders
linkerkamer
aorta
rechterboezem
rechterkamer
zuurstofrijk
zuurstofarm
holle ader
slagaders
Slide 16 - Drag question
Kleine bloedsomloop: Vul de onderdelen van de kleine bloedsomloop in de juiste volgorde.
Start met de ruimte van waaruit het bloed naar uit het hart stroomt.