Spelling H1-2-3 brugklas

PROGRAMMA
Leesautobiografie inleveren
Lezen
Cursus 7 Spelling §1 Hoofdletters en leestekens 
1 / 51
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 51 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

PROGRAMMA
Leesautobiografie inleveren
Lezen
Cursus 7 Spelling §1 Hoofdletters en leestekens 

Slide 1 - Slide

PROGRAMMA
- Lezen
- Cursus 7 Spelling §1 Hoofdletters en leestekens
nakijken
- Spelling §2 blz. 246: opdracht 1 t/m 3 maken 

Slide 2 - Slide

SOLDAAT WOJTEK

Slide 3 - Slide

blz. 244



§1 Hoofdletters en leestekens 
Maak opdracht 1

Slide 4 - Slide

blz. 245


§1 Hoofdletters en leestekens 
Maak opdracht 2 en 3 in je schrift= 
Huiswerk voor donderdag 

Slide 5 - Slide

timer
15:00

Slide 6 - Slide

timer
10:00

Slide 7 - Slide

PROGRAMMA
- Lezen
- Cursus 7 Spelling §2 Bijvoeglijk naamwoord
     1 t/m 3 nakijken
     4 en 5 maken=huiswerk voor morgen

Slide 8 - Slide

SOLDAAT WOJTEK

Slide 9 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord

Maak Spelling §2 af: opdracht 5 en 6

Slide 10 - Slide

PROGRAMMA
Lezen
Cursus 7 Spelling §1 Hoofdletters en leestekens
blz. 245: Maak opdracht 2 t/m 4 =huiswerk voor maandag.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

PROGRAMMA
- Lezen
- Spelling bijvoeglijk naamwoord nakijken
- Werkwoordspelling


Slide 13 - Slide

Soldaat Wojtek

Slide 14 - Slide

blz. 246, opdracht 4
1 een houten zwaard en een aluminium schild.
2 het granieten aanrecht, gietijzeren pannen en stenen borden.
3 denim broek , een zijden blouse.
4 latex handschoenen, leren (handschoenen).
5 een nylon jurk, flanellen pyjama’s.
6 een gouden, een zilveren en een bronzen medaille.

Slide 15 - Slide

blz. 246, opdracht 5
1 badstoffen; alleen bij dit woord wordt de medeklinker verdubbeld. 
2 houten; alleen bij dit woord wordt -en toegevoegd.
3 rubberen; alleen bij dit woord komt geen medeklinkerverdubbeling voor.
4 ‘linnen’ is onveranderd; bij de andere woorden is (alleen) een n toegevoegd.
5 glazen; alleen bij dit woord is een s in een z veranderd.

Slide 16 - Slide

blz. 246, opdracht 6
1 Bulgaars
                                               2 Grieks 
3 Russisch
                                             4 Argentijns 
5 Italiaans
                                               6 Afghaans 
7 Frans
                                                     8 Oostenrijks 
9 Portugees
                                          10 Cypriotisch 
11 Jemenitisch
                                     12 Chileens 

Slide 17 - Slide

PROGRAMMA
- Lezen
- twee dicteezinnen
- Werkwoordspelling


Slide 18 - Slide

Soldaat Wojtek

Slide 19 - Slide

Twee dicteezinnen;
onderstreep de 
persoonsvormen.

Slide 20 - Slide

Twee dicteezinnen
'Hebben jullie gehoord', vroeg de caissière/kassière, 'wat er is gebeurd?'

'Er gebeurt hier elke dag iets merkwaardigs', meldde de verontruste buurtbewoner.

Slide 21 - Slide


NN blz. 252
§7 

Persoonsvorm 
tegenwoordige tijd
Maak opdracht 1 t/m 6
timer
5:00

Slide 22 - Slide

timer
10:00

Slide 23 - Slide

PROGRAMMA
- Lezen
- werkwoordspelling §7 afronden en nakijken
- werkwoordspelling §8 maken

Slide 24 - Slide

Soldaat Wojtek

Slide 25 - Slide


NN blz. 252-255
§7 en §8

spelling
Persoonsvorm 

Maak de opdrachten 
in je schrift.



Hulpmiddel:
blz. 290

Slide 26 - Slide

PROGRAMMA
- Lezen
- §8 verleden tijd nakijken
- §9 maken

Slide 27 - Slide

SOLDAAT WOJTEK

Slide 28 - Slide

blz. 256



§9 PV VT STERKE WERKWOORDEN
Huiswerk= theorie bestuderen §7,8,9

Slide 29 - Slide

blz. 256




§9 PV VT STERKE WERKWOORDEN: maak de opdrachten 1-6. https://www.beterspellen.nl/website/index.php?pag=113#G



Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Spelling 
Bespreek in een tweetal de zin. 
Hoe zou je die verbeteren?

de boeren uit het noorderland hebben tien vingers aan elke hand vijf en twintig aan handen en voeten
timer
2:00

Slide 32 - Slide

Verbeterde zin
De boeren uit het Noorderland hebben tien vingers: (of een komma) aan elke hand vijf. En twintig aan handen en voeten.

Slide 33 - Slide

Hoofdletters en leestekens
Blz. 34: maak opdracht 1
Bestudeer thuis de theorie

Slide 34 - Slide

Opdracht 1.1
Venlonaren 
Enkhuizen
Rienstra
Loire
Italiaanse
Excelsior 31
Fransman
Donald




Slide 35 - Slide

opdracht 1.2
belevenis
ecogroente
voorjaar
relatie
intiem
expeditie
noorden
dinsdag

Slide 36 - Slide

toets Nederlands

- Tekst met 14 vragen
- 4 zinnen waarin je persoonsvorm tt moet invullen
- 4 zinnen waarin je persoonsvorm vt moet invullen



Slide 37 - Slide

Welke theorie moet ik bestuderen
voor de toets?
Het onderwerp van een tekst:                                                        blz. 12
Deelonderwerpen:                                                                               blz. 44
Inleiding, slot en hoofdgedachte:                                                 blz.76
Persoonsvorm tt:                                                                                  blz. 36
Persoonsvorm vt zwak:                                                                     blz. 68
Persoonsvorm vt sterk:                                                                     blz. 100

Slide 38 - Slide

PROGRAMMA
- Lezen/leren
- twee dicteezinnen
- oefenen met 
werkwoordspelling H1-2-3
- werkwoorden markeren in een tekst.

Slide 39 - Slide

timer
10:00

Slide 40 - Slide

PROGRAMMA
- Lezen
- werkwoordspelling §8
uitleg verleden tijd zwakke ww

Slide 41 - Slide

SOLDAAT WOJTEK

Slide 42 - Slide

blz. 254:
maak §8 
(=huiswerk voor maandag)

Klaar?
Begin met §9
t
x
f
k
s
ch
p

Slide 43 - Slide

Tekst Valentijnsdag
Markeer de werkwoorden:
PV TT:         ___________
PV VT:        
VD:              ------------
INF:   
Klaar? Lever je blad in 
met je naam erop en ga werken in NN online. Spelling H1-2-3
timer
10:00

Slide 44 - Slide

Het raadsel was: "Wat heeft 's morgens vier benen, 's middags twee en 's avonds drie?" Het antwoord luidde "de mens". Verklaring van het raadsel: met "'s ochtends" worden de eerste levensjaren bedoeld, als men nog kruipt (op 4 benen); met "'s middags" worden de jaren dat men zelfstandig loopt bedoeld (op 2 benen);

Slide 45 - Slide

PROGRAMMA
- Lezen/leren
- werkwoorden markeren
in een tekst en nakijken

- Maak opdracht 4 op blz. 80.

Slide 46 - Slide

timer
10:00

Slide 47 - Slide

timer
10:00

Slide 48 - Slide

timer
10:00

Slide 49 - Slide

PROGRAMMA

Slide 50 - Slide

timer
10:00

Slide 51 - Slide