Werkwoordspelling

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Voor de spelling van de persoonsvorm in de tt, zet je er iets anders voor in de plaats. Wat?

1. Het ww lopen
2. Het ww werken
3. Het ww zitten
4. Antwoorden A of B

Voor de spelling van de persoonsvorm in de vt gebruik je.............

De persoonsvorm is een werkwoord
Noem nog twee soorten werkwoorden

Aminata (knarsetanden tt) tijdens haar slaap.

Het vliegtuig (...)vt toch, hoewel het erg (...)vt

1. landde - stormde
2. landde- stormte
3. lande - stormdde
4. lande - stormde

(Worden) je broer later voetballer?

Hij (...) dat ik dat aan jou heb (...).

1. gelooft- belooft
2. geloofdt - beloofdt
3. geloofd - belooft
4. gelooft - beloofd

Ik (dulden)tt geen tegenspraak.

Het (...)tt ons zeer dat hij de order heeft (...)

1. bevreemd- geannuleert
2. bevreemdt - geannuleerd
3. bevreemt - geannuleerdt
4. bevreemdt - geanuleerd

(Verzenden) je e-mail maar zo snel mogelijk.

Het gerucht (...)tt zich, dat hij in zijn nieuwe beroep slecht (...)tt.

1. verspreid - functioneert
2. verspreit - functioneert
3. verspreidt - functioneerd
4. verspreidt - functioneert

Het is wel vaker (gebeuren) dat hij zijn map vergat.

Als je niet (...)tt, (...)tt de discussie heel snel.

1. oppast - ontbrandt
2. oppast - ontbrand
3. oppasd - ontbrand
4. oppast - ontbrant