ma 17 okt 2022

Montag, der siebzehnte Oktober 2022
Ziel: Ik weet tegen wie ik Sie of du kan zeggen en kan een regel formuleren over het ww haben
  1. Den Test besprechen
  2. Hausaufgabencontrole: lernen auf Seite 60 
  3. Quiz: du oder Sie
  4. Ü17 zusammen, danach selbstständig arbeiten/ mit Hilfe
  5.  Serie gucken, wenn wir Zeit haben                                                  Hausaufgaben: Kapitel 2: bis zu Aufgabe 23 (24+ 25 niet) 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Montag, der siebzehnte Oktober 2022
Ziel: Ik weet tegen wie ik Sie of du kan zeggen en kan een regel formuleren over het ww haben
  1. Den Test besprechen
  2. Hausaufgabencontrole: lernen auf Seite 60 
  3. Quiz: du oder Sie
  4. Ü17 zusammen, danach selbstständig arbeiten/ mit Hilfe
  5.  Serie gucken, wenn wir Zeit haben                                                  Hausaufgaben: Kapitel 2: bis zu Aufgabe 23 (24+ 25 niet) 

Slide 1 - Slide

Wat betekent Sie?

Slide 2 - Open question

Wat betekent du?

Slide 3 - Open question

tegen je vrienden zeg je
A
Sie
B
du

Slide 4 - Quiz

Tegen je leraar zeg je?
A
Sie
B
du

Slide 5 - Quiz

Tegen je klasgenoot zeg je?
A
Sie
B
du

Slide 6 - Quiz

Tegen je ouders zeg je?
A
Sie
B
du

Slide 7 - Quiz

Tegen je oma en opa zeg je?
A
Sie
B
du

Slide 8 - Quiz

Tegen God zeg je?
A
Sie
B
du

Slide 9 - Quiz

Tegen je oudere buurman zeg je?
A
Sie
B
du

Slide 10 - Quiz

Wat voor regel kun je maken over het werkwoord haben?

Slide 11 - Open question

uitlegvideo's/ plaatjes van vorige lessen om terug te kijken

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video