Verschil in wie er aan het 'handelen' is:
- De opdrachten worden door de docent nagekeken;
- De docent kijkt de opdrachten na.
Actief:
- Het onderwerp is de 'handelaar'
- De persoonsvorm is een actief werkwoord
Passief:
- Het onderwerp ondergaat iets
- De persoonsvorm is vaak worden of moeten