What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Introductie periode 2
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Periode 2
PO3
portfolio (SO werkwoorden 40%, kijkopdrachten 20%, tijdbalk 40%
5%
nee
SE-week
DT5
Spreektoets
15%
ja
SE-week
DT6
Kijk- en luistervaardigheid
20%
ja
24 januari
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Tu étais comment quand tu étais jeune?
Slide 5 - Open question
Qu'est-ce que tu veux devenir?
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Bigflo & Oli: plus tard
Slide 9 - Slide
Passé composé
1) Hulpwerkwoord (meestal avoir en soms être)
2) voltooid deelwoord (regelmatig -er):
- er eraf, é erbij
bv. habité (gewoond)
2) voltooid deelwoord (onregelmatig):
être: été (geweest)
avoir: eu (gehad)
prendre: pris (genomen)
faire: fait (gedaan)
pouvoir: pu (gekund)
vouloir: voulu (gewild)
finir: fini (beeindigd)
Slide 10 - Slide
Hoe zeg je: jullie hebben gewoond
A
Vous habité
B
Vous êtes habité
C
Vous avez habité
D
Vous habitez
Slide 11 - Quiz
Hoe zeg je: zij hebben gepraat?
Slide 12 - Open question
Hoe zeg je: jij hebt gehad
A
Tu as eu
B
Tu as pu
C
Tu as avoiré
D
Tu as fait
Slide 13 - Quiz
Hoe zeg je: wij zijn geweest (let op!!)
Slide 14 - Open question
Passé composé
1) Hulpwerkwoord: wanneer être?
Slide 15 - Slide
sortir
retourner
naître
mourir
aller
tomber
rester
descendre
passer
partir
venir
arriver
entrer
gaan
uitgaan
sterven
binnengaan
passeren
terugkeren
blijven
vertrekken
uitstappen/afdalen
vallen
komen
geboren worden
aankomen
Slide 16 - Drag question
Passé composé
Belangrijk: als je être gebruikt, dan komt er soms een extra
-e, -s
of
-es
bij.)
Slide 17 - Slide
Passé composé
Belangrijk: als je être gebruikt, dan komt er soms een extra
-e, -s
of
-es
bij.)
Il est parti
Elle est parti
e
Ils sont parti
s
Elles sont parti
e
s
Hij is vertrokken
Zij is vertrokken
Zij zijn vertrokken
Zij zijn vertrokken
Slide 18 - Slide
Wanneer voeg je -e toe?
Slide 19 - Open question
Wanneer voeg je -s toe?
Slide 20 - Open question
Hoe zeg je: zij is gegaan?
A
Elle est allée
B
Elle est allé
C
Elle a allée
D
Elle a allé
Slide 21 - Quiz
Hoe zeg je: jullie zijn gevallen
A
Vous avez tombé
B
Vous êtes tombés
C
Vous tombez
D
Vous tombés
Slide 22 - Quiz
Hoe zeg je: zij is aangekomen?
Slide 23 - Open question
More lessons like this
Grammaire unité 1
October 2023
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Grammaire unité 1
September 2022
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
7. Leerstof test Unité 1
November 2023
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
7. Leerstof test Unité 1
13 days ago
- Lesson with
29 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Introductie periode 2
November 2023
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
5. Introductie periode 2
November 2024
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Voorbereiding op test unité 1
November 2022
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Verleden tijd - passé composé
March 2024
- Lesson with
14 slides
Frans
Lager onderwijs