17.4 Monetair beleid

Leerdoelen § 4: monetair beleid
  1. Je kunt uitleggen hoe de Europese Centrale Bank financieel toezicht houdt op de banken en dat dat toezicht nodig is om bijvoorbeeld een bankrun te voorkomen.
  2. Je kunt uitleggen waarom de Europese Centrale Bank monetair beleid voert.
  3. Je kunt het rentebeleid van de Europese Centrale Bank uitleggen.
  4. Je kunt uitleggen hoe en wanneer de Europese Centrale Bank over gaat tot aankoopprogramma‘s.

1 / 10
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Leerdoelen § 4: monetair beleid
  1. Je kunt uitleggen hoe de Europese Centrale Bank financieel toezicht houdt op de banken en dat dat toezicht nodig is om bijvoorbeeld een bankrun te voorkomen.
  2. Je kunt uitleggen waarom de Europese Centrale Bank monetair beleid voert.
  3. Je kunt het rentebeleid van de Europese Centrale Bank uitleggen.
  4. Je kunt uitleggen hoe en wanneer de Europese Centrale Bank over gaat tot aankoopprogramma‘s.

Slide 1 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

17.4       Monetair beleid
De centrale bank heeft als taken om het betalingsverkeer goed te
laten verlopen en ervoor te zorgen dat de prijzen zich evenwichtig
 ontwikkelen. Gestreefd wordt naar een inflatiepercentage van 2%.

Sinds de invoering van de euro heeft de ECB (Europese Centrale
Bank) deze laatste taak overgenomen van DNB (De Nederlandsche
Bank)

Prijsstabiliteit:
De belangrijkste taak van de centrale bank is om er voor te zorgen dat de prijzen zich gelijkmatig ontwikkelen. Streefpercentage is 2%. 

Slide 2 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

17.4       Monetair beleid
Het beleid waarmee de ECB prijsstabiliteit probeert te bereiken, 
wordt het monetair beleid genoemd.
Bij dit monetaire beleid let de centrale bank met name op de
grootte van de geldhoeveelheid en de hoogte van de rentestand.

Naast het reguleren van prijsstabiliteit heeft een centrale bank
soms ook de taak om de economische groei te stimuleren. Dan 
is er sprake van een zogenaamd duaal mandaat. De ECB let 
alleen op de inflatie en heeft dus geen duaal mandaat.

Monetair beleid:
De centrale bank let met name op de grootte van de geldhoeveelheid en de hoogte van de rentestand.

Duaal mandaat:
Naast het reguleren van prijsstabiliteit heeft een centrale bank soms ook de taak om de economische groei te stimuleren.

Slide 3 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

17.4       Monetair beleid
De ECB heeft andere verantwoordelijkheden dan commerciële banken:



Slide 4 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

17.4       Monetair beleid
De taak van toezicht heeft de ECB om een bankrun te voorkomen. Een bankrun kan ontstaan doordat de langlopende bezittingen van een bank niet op korte termijn kunnen worden verkocht om aan de kortlopende verplichtingen te voldoen. De ECB past de volgende middelen toe:
  1. Invoering depositogarantiestelsel. Dit regelt dat spaartegoeden van klanten tot € 100.000  beschermt zijn tegen faillissement van een bank.
  2. Optreden als lener-in-laatste-instantie aan banken. Banken in een slechte liquiditeitspositie kunnen voor noodliquiditeitssteun in aanmerking komen. De ECB eist dan wel zekerheden en vraagt een hogere rente.



Slide 5 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

17.4       Monetair beleid
De ECB kan sturen met de rente. Dit doen ze door aanpassing
van de refirente. 

Rente ↑ → Lenen duurder → minder lenen → bestedingen ↓ 
              → (bestedings)inflatie ↓

Rente ↑ → Sparen levert meer op → meer sparen → bestedingen ↓ 
              → (bestedings)inflatie ↓

Refirente:
De rente die de ECB de banken in rekening brengt als deze bij de ECB lenen.

Slide 6 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

17.4       Monetair beleid
De situatie, waarbij de centrale bank met het verlagen van de 
rente een grens bereikt heeft omdat deze in de buurt van 0% 
komt, wordt de effectieve ondergrens aan de nominale rente 
(zero lower bound) genoemd. 

Consumenten ervaren bij een rente lager dan 0% een prikkel
om geld contant aan te houden.

Effectieve ondergrens nominale  rente:
Een situatie waarbij de centrale bank de rente niet verder kan verlagen om de  economie te stimuleren.

Slide 7 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

17.4       Monetair beleid
Sturen van de inflatie probeert de ECB ook met 
openmarkttransacties. De centrale bank koopt dan
waardepapieren of vreemde valuta van de algemene banken.
Hierdoor gaat er geld naar de banken en zijn ze meer liquide. 
Doordat er veel geld naar de bank gaat, is er meer ruimte om
geld uit te lenen. Dit verhoogt de maatschappelijke geldhoeveel-
heid en kan de inflatie stijgen.

Het op grote schaal uitvoeren van deze transacties heet kwantitatieve verruiming.




Kwantitatieve verruiming:
De centrale bank koopt op grote schaal obligaties en ander schuldpapier op 
waarmee ze geld in de economie pompen.

Slide 8 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

17.4       Monetair beleid
Een video met uitleg van het monetair beleid is te vinden op

https://www.youtube.com/watch?v=XYvIx3f4ZEc

Slide 9 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag
Maak opgave 17.20 op pagina 182.

Slide 10 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.