taal: zinnen ontleden

• Nederlands
• Lager onderwijs

Zinnen onderzoeken

Elke avond kookt papa een heerlijke maaltijd.

Koken is een schitterende hobby.

Anabel kan lekkere taarten bakken.

Zij wordt een toptalent.

Peter drinkt elke morgen verse fruitsap.

De directeur lust elke dag een kopje koffie.
De pv. zegt .....

1. wat het onderwerp doet
2. wat het onderwerp is of wordt

Nelle was jarig op 22 januari.
De pv. zegt...

1. wat het onderwerp is of wordt
2. wat het onderwerp doet

Noteer de werkwoorden uit de zin:
Anabel kan lekkere taarten bakken.

Vind jij vis lekker?
Schrijf de zin op een blaadje en duid alles aan wat de juf zegt.

Sleep het zinsdeel naar de juiste benaming.

de leerlingen

bakken

heerlijke wafels

voor de juf

onderwerp

persoonsvorm

wat?

voor wie?

Dat bruin brood is heerlijk!
Schrijf de zin op een blaadje en duid alles aan wat de juf zegt.

In dit restaurant eet je de lekkerste garnaalkroketten.
Wat is het onderwerp in deze zin?

1. de lekkerste garnaalkroketten
2. in dit restaurant
3. je
4. garnaalkroketten

Wij eten elke zaterdag frietjes met stoofvlees.
Wat is het "wanneer-deel" in de zin?

Ik kan de pv. en het ond. in zinnen aanduiden.

ja

meestal wel

ik vind dit nog moeilijk

Ik kan de pv. en eventueel andere woorden in de juist kleur markeren (groen of geel).

ja

meestal wel

ik vind dit nog moeilijk

Ik kan het antwoord op de vragen wat? waar? wanneer? hoe? ... aanduiden in zinnen.

ja

meestal wel

ik vind dit nog moeilijk