Waar ben je op vakantie geweest?

• NT2
• Secondary Education

Waar ben je op vakantie geweest?

Een man uit Italië is een

1. Italiaan
2. Italiaanse
3. Italianer

Een vrouw uit Griekenland is een

1. Griek
2. Griekenlandse
3. Griekse

In Denemarken spreekt men

1. Denemarks
2. Denisch
3. Deens

In Nederland spreekt men

1. Nederlander
2. Nederlands
3. Neerlandisch

In Hongarije spreekt men

Ieren wonen in

Een man uit Spanje is een

Een man uit Frankrijk is een

Een vrouw uit België is een

Maak de oefening op p. 4

HOE ga je op vakantie? Typ zoveel mogelijk vervoermiddelen!

HET vliegtuig

de auto

DE bus

DE boot

DE helikopter

DE taxi

DE bromfiets

DE trein

DE vrachtwagen

Waar ben jij op vakantie geweest? 

Wat is het voltooid deelwoord van "maken"

het voltooid deelwoord van "vragen"

het voltooid deelwoord van "werken"

Het voltooid deelwoord van "reizen"

Het voltooid deelwoord van "veranderen"

Welk type vakantieganger ben jij?

Doe de test!

p. 14

01:06

Waarover gaat dit programma

1. over tieners en hun problemen
2. over tieners die zonder ouders op vakantie gaan
3. over tieners die nog nooit op vakantie geweest zijn
4. over tieners die vertellen over hun droomvakantie

01:07

Zou jij naar dit programma kijken

ja

ik weet het niet

nee

02:45

Welke uitspraak is WAAR over Anne

1. Anne is 17 jaar
2. Anne werkt bij een bakker
3. Anne heeft een tweelingszus
4. Anne is niet religieus

04:12

Welke uitspraak KLOPT over Yorin?

1. Yorin is 14 jaar
2. Yorin heeft 2 broers
3. Yorin heeft een kat
4. de oma van Yorin woont bij hen

05:15

Welke vraag stelt Anne aan Yorin?

1. Hoe oud ben jij?
2. Waar woon jij?
3. Heb jij broers of zussen?
4. Woont jouw oma bij jou?

06:35

Welke uitspraak is WAAR over Jada?

1. Jada heeft een grote zus
2. Jada kookt en bakt niet graag
3. Jada vindt haar haar en make-up belangrijk
4. Jada is 15 jaar

06:37

Zou jij zelf deelnemen aan zo´n programma?

ja

ik weet het niet

nee

06:38

Wat denk je dat de jongens en meisje gaan DOEN op vakantie?

npo.nl

MAANDAG: A TEST

• landen, inwoners en talen
• vervoersmiddelen p.
• voltooid deelwoord (+ tien onregelmatige werkwoorden van de lijst)