Breuken vergelijken

Breuken
Een breuk heeft een teller en een noemer
De teller vertelt over hoeveel stukjes het nu gaat
De noemer vertelt hoeveel stukjes er in totaal zijn
1 / 15
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 7

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Breuken
Een breuk heeft een teller en een noemer
De teller vertelt over hoeveel stukjes het nu gaat
De noemer vertelt hoeveel stukjes er in totaal zijn

Slide 1 - Slide

Breuken
De teller staat boven de streep
De noemer staat onder de streep

Slide 2 - Slide

Breuken
Als je twee breuken wilt vergelijken (weten wat de grootste is), moet je ze eerst gelijknamig maken
Gelijknamig is dezelfde noemer geven

Slide 3 - Slide

Welke breuk is gelijknamig met 1/4?
A
1/5
B
2/8
C
3/4
D
5/10

Slide 4 - Quiz

2

Slide 5 - Video

00:54
Welke breuk hoort hier dus bij
A
1/2
B
4/3
C
4/5
D
3/4

Slide 6 - Quiz

02:44
Wat doet de man in het filmpje verkeerd?

Slide 7 - Open question

Welke breuk is groter?
1/4 of 3/8
A
1/4
B
3/8

Slide 8 - Quiz

Gelijknamige breuken
Breuken zijn gelijknamig als ze dezelfde noemer hebben
Ze hebben dus dezelfde naam

Slide 9 - Slide

Gelijknamig met 1/4
gelijknamig met 1/6
Gelijknamig met 1/8
2/4
3/8
5/6
3/4
5/8
3/6
4/8
4/6

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Video

Gelijkwaardige breuken
Gelijkwaardige breuken zijn breuken die evenveel waard zijn
2/4 en 4/8 zijn evenveel waard.
Ze zijn niet gelijknamig maar wel gelijkwaardig

Slide 12 - Slide

Welke breuken zijn gelijkwaardig?
1/4
1/8
2/8
2/16
4/16
4/32
3/24
3/12

Slide 13 - Drag question

Sleep naar het goede vak
Groter dan 1/2
Even groot als 1/2
Kleiner dan 1/2
5/8
3/6
5/12
13/24
50/100
1/4

Slide 14 - Drag question

Einde
Je bent klaar met deze les
Maak nu nog in je werkboek op blz 10 som 6

Slide 15 - Slide