H3 Lezen (les 2 en 3)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek
  • je leesboek


Les 2
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek
  • je leesboek


Les 2

Slide 1 - Slide

timer
10:00

Slide 2 - Slide

Planning
  • Herhalen theorie
  • Nakijken huiswerk
  • 3.3 Lezen uitleg deel 2
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les

Slide 3 - Slide

Wat weet je nog?

Onderwerp: betogende tekst
Kernwoorden: _________________

Slide 4 - Slide

Kenmerken betogende tekst
Vaak heeft een betoog een driedeling:
  • inleiding: onderwerp en mening
  • kern: argumenten voor die mening
  • slot: conclusie of samenvatting

Hoofdgedachte: mening van de schrijver, meestal met daarbij zijn/haar belangrijkste argument.

Slide 5 - Slide

Argumenten (p. 171)
Een argument is informatie waarmee de schrijver wil bewijzen dat hij gelijk heeft, dat zijn mening juist is. Een argument kan zowel een feit als een mening zijn.

• Ik vind Groningen een leuke stad, want je kunt er goed winkelen.
• Ik vind Rotterdam groter dan Ommen, want er wonen meer mensen. 

Wat overtuigd meer: een feit of een mening?

Slide 6 - Slide

Vraag 4b (p. 172)
Onderwerp: de vraag of leraren moeten inspelen op multitaskende leerlingen.
Tekstsoort en tekstdoel: tekst 1 is een betogende tekst, het tekstdoel is de lezer overtuigen.
Tekstopbouw: de tekst bestaat uit twee delen: inleiding (alinea 1: mening) en kern (alinea 2 tot en met 5: argumenten).
Bron: Onderwijsblad en de schrijver is Jos van G.

Slide 7 - Slide

Vraag 5a

Slide 8 - Slide

Hoofdgedachte (p. 27)
Het belangrijkste wat de schrijver zegt. Zoek deze in inleiding en/of slot van de tekst. De hoofdgedachte geeft meestal in één of twee zinnen kort weer waar de tekst over gaat.

Slide 9 - Slide

Vraag 6 p. 173
Hoofdgedachte tekst 1: Multitasken


Slide 10 - Slide

Vraag 6 p. 173
Hoofdgedachte tekst 1: Multitasken

Leraren hoeven geen rekening te houden 
met leerlingen die multitasken (r. 7), 
want dit gaat ten koste van de kwaliteit (9r. 9).

Slide 11 - Slide

Leesstrategie: kritisch lezen
Doel: beoordelen of de inhoud van de tekst overtuigend is. 
Hoe?: door kritische vragen te stellen bij de argumenten. 

Dus: is de schrijver deskundig, is de informatiebron betrouwbaar en is de informatie waar.

Slide 12 - Slide

Leesstrategie: kritisch lezen p. 174
Feit als argument:
  • Is dit waar? Is dit echt zo gebeurd?
  • Hoe komt de schrijver aan die informatie? Onderzoek?
Mening als argument:
  • Vind ik dit overtuigend? Klopt het met wat ik zelf vind?
  • Klopt dit met wat ik heb meegemaakt? Hoe waarschijnlijk is dit?
waarschijnlijk, aannemelijk,
iets dat vermoedelijk zo is

Slide 13 - Slide

Werkmoment
  • Maak les 1:  3.3:  9, 10, 11 en 12.
  • Werk in je leerwerkboek/schrift.
  • Afsluiting: welke vragen heb je?

Slide 14 - Slide

Afsluiting
Volgende les: 
  • verder met 3.3
Laatste les: 
  • meivakantiequiz.

Slide 15 - Slide

Signaal-                               woorden

Slide 16 - Slide

Oorzaak en gevolg (p. 175)

Slide 17 - Slide

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek
  • je leesboek


Les 3

Slide 18 - Slide

timer
10:00

Slide 19 - Slide

Planning
  • Herhalen tekstdoelen/tekstsoorten/tekstvorm
  • Signaalwoorden
  • Werkmoment of samen doen
  • Afsluiten van de les

Slide 20 - Slide

Tekstdoel en tekstsoort
Tekstdoel: wat wil de schrijver bereiken? Hij/zij wil je ....
informeren                 overtuigen               activeren             amuseren
Tekstsoort

Slide 21 - Slide

Signaal-                               woorden

Slide 22 - Slide

Oorzaak en gevolg (p. 175)

Slide 23 - Slide

Werkmoment
  • Maak van 3.3. 
  • Les 1: 9, 10, 11 en 12.
  • Les 2: 13, 14, 15 en 16.
  • Werk in je leerwerkboek/schrift.
  • Einde les: vragen bespreken.

Slide 24 - Slide

Afsluiting

Slide 25 - Slide