Leesvaardigheid: Feiten, meningen en argumenten einde lj 3
Welkom
Ga rustig zitten (plattegrond).
Staat je telefoon op 'stil'?
Is je telefoon uit het zicht?
Zorg voor pen en papier VOORDAT de les begint.
Wacht rustig tot de les begint.
Aantal rokende scholieren in Tiel hoger dan vier jaar geleden
Middelbarescholieren in Tiel roken vaker dan vier jaar geleden. Naar schatting 130 van hen roken minstens één keer per week een sigaret, blijkt uit cijfers van de GGD'en en het RIVM die deze site heeft geanalyseerd.
Martijn Klerks 31-05-24
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3
This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom
Ga rustig zitten (plattegrond).
Staat je telefoon op 'stil'?
Is je telefoon uit het zicht?
Zorg voor pen en papier VOORDAT de les begint.
Wacht rustig tot de les begint.
Aantal rokende scholieren in Tiel hoger dan vier jaar geleden
Middelbarescholieren in Tiel roken vaker dan vier jaar geleden. Naar schatting 130 van hen roken minstens één keer per week een sigaret, blijkt uit cijfers van de GGD'en en het RIVM die deze site heeft geanalyseerd.
Martijn Klerks 31-05-24
Slide 1 - Slide
Nog 4 lessen voor de toets
Slide 2 - Slide
Feiten, meningen
en argumenten
Slide 3 - Slide
Aan het eind van de les:
Je weet wat een feit/mening/argument/conclusie is
Je kan een feit/mening/argument/conclusie herkennen
Je kunt bij elk een signaalwoord noemen
Belangrijk, omdat
Feiten en meningen kunnen herkennen in het dagelijks leven. > Weten wat ''echt'' is en wanneer een mening "verpakt" wordt als feit.
Slide 4 - Slide
Wat is volgens jou het verschil tussen een feit en een mening?
Slide 5 - Mind map
Uitleg
Feit = staat vast
Mening = persoonlijk, wat iemand ergens van vindt
Argument = uitleg waarom je iets vindt of waarom iets zo is.
Slide 6 - Slide
Signaalwoorden
Slide 7 - Slide
Stelling: Je moet zelf kunnen bepalen wanneer je in het schooljaar op vakantie gaat
Denk na over je mening en noem hierbij minimaal 1 argument (1 minuut)
Deel jouw mening en argument met buur (1 minuut)
Rood (oneens)/groen (eens): Beargumenteer jouw mening
Kijktip: Welk argument geeft...? Stel een verdiepende vraag
timer
1:00
Slide 8 - Slide
Huiswerk 3Kader
Lezen H5, blz. 116-121, opdracht 1 en 2.
Slide 9 - Slide
Aan de slag!
Wat? NN lezen H5 feiten, mening en argumenten
Hoe? NN online of in je boek
Tijd? 15 minuten
Hulp? Je gaat zelfstandig aan de slag. Bij vragen kom ik langs.
timer
15:00
Slide 10 - Slide
Wat weet je nu?
Feit: Is controleerbaar
Mening: Wat iemand vindt, niet controleerbaar
Argument: Onderbouwt een mening
Conclusie: Herhalen van feiten/meningen en argumenten
Signaalwoorden
Mening: Ik vind, hij/zij vindt, Ik ben van mening dat..
Argument: want, namelijk, omdat
Conclusie: dus, concluderend, dat betekent dat...
Slide 11 - Slide
Na deze les,
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
Slide 12 - Poll
Ik kan goed onderscheid maken tussen feiten en meningen.
😒🙁😐🙂😃
Slide 13 - Poll
Geef een voorbeeld van een feit + een mening met argument
Slide 14 - Open question
Feiten
Uitspraak over iets wat waar is of niet
Een feit is controleerbaar
Voorbeeld
De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt 50 euro kleedgeld per maand.
> Je kunt controleren of dit waar is. > Zoeken in de krant, op internet.
Slide 15 - Slide
Meningen
Wat iemand ergens van vindt
Een mening is niet controleerbaar
Je kunt het eens of oneens zijn met een mening
Je herkent een mening aan signaalwoorden: Voorbeeld
Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen
Ik vind dat..
Zij/hij vindt dat..
Ik ben van mening dat..
Slide 16 - Slide
Argumenten
Een argument is een uitleg waarmee je een mening ondersteunt.
Je herkent een argument aan signaalwoorden:
Voorbeeld Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren zijn met geld omgaan (argument)
Want
Namelijk
Omdat
Ik vind dit, omdat...
Zij vindt dat, want...
Slide 17 - Slide
Feit
Mening
Er zijn 22 soorten aasgieren
Het heeft al een week niet geregend
Hij komt altijd op de fiets
Dat was een spannende film
Ik vind de zomer veel leuker
Zij vindt friet het allerlekkerst
Slide 18 - Drag question
Mensen kunnen door de oorlog in Oekraïne de hoge gasrekening amper betalen
A
feit
B
mening
C
argument
Slide 19 - Quiz
Alle jongeren zijn lui
A
feit
B
mening
C
argument
Slide 20 - Quiz
Dit weekend was het warmste weekend sinds de metingen.
A
feit
B
mening
C
argument
Slide 21 - Quiz
Omdat ik een goed cijfer wil halen, maak ik mijn huiswerk.
A
feit
B
mening
C
argument
Slide 22 - Quiz
Even oefenen
Schrijf van de volgende zinnen, de argumenten op.
Ik vind geel een mooie kleur, want als ik die kleur zie word ik vrolijk.
Omdat hij een mooie stem heeft, vind ik de muziek van Frans Bauer leuk!
Zij vind het leuk om te sporten, want dan kan ze haar energie kwijt.
Slide 23 - Slide
Even oefenen (antwoorden)
Schrijf van de volgende zinnen, de argumenten op.
Ik vind geel een mooie kleur, want als ik die kleur zie word ik vrolijk.
Omdat hij een mooie stem heeft, vind ik de muziek van Frans Bauer leuk!
Zij vind het leuk om te sporten, want dan kan ze haar energie kwijt.
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
00:00
Schrijf een zin op die begint met: 'Ik vind...'
Voorbeeld: Ik vind dat mobieltjes in school verboden moet worden.
Slide 26 - Open question
00:21
Noem 3 dingen om vast te stellen of iets een feit is
Slide 27 - Open question
00:34
Schrijf een zin op waarin een feit staat.
Slide 28 - Open question
00:55
Signaalwoorden voor een mening zijn
A
ik vind, naar mijn mening, dat is zo
B
volgens mij, naar mijn mening, ik denk
C
ik denk, dat is zo, uit het onderzoek blijkt
D
ik verwacht, ik vind, volgens mij
Slide 29 - Quiz
01:18
Noem 3 signaalwoorden bij een argument
A
daarom, vanwege, ook
B
maar, echter, toch
C
want, omdat, immers
D
want, en, dus
Slide 30 - Quiz
Feit
Mening
Er zijn 22 soorten aasgieren
Het heeft al een week niet geregend
Hij komt altijd op de fiets
Dat was een spannende film
Ik vind de zomer veel leuker
Zij vindt friet het allerlekkerst
Slide 31 - Drag question
Even oefenen
Schrijf van de volgende zinnen, de argumenten op.
Ik vind geel een mooie kleur, want als ik die kleur zie word ik vrolijk.
Omdat hij een mooie stem heeft, vind ik de muziek van Frans Bauer leuk!
Zij vind het leuk om te sporten, want dan kan ze haar energie kwijt.
Slide 32 - Slide
Even oefenen (antwoorden)
Schrijf van de volgende zinnen, de argumenten op.
Ik vind geel een mooie kleur, want als ik die kleur zie word ik vrolijk.
Omdat hij een mooie stem heeft, vind ik de muziek van Frans Bauer leuk!
Zij vind het leuk om te sporten, want dan kan ze haar energie kwijt.