11.1 man en vrouw

Ben je startklaar?
- Doe je telefoon in de telefoontas.

- Jas aan de kapstok of in je kluisje.

- Tas van tafel.

- Pet of capuchon af.

- Boek en laptop op tafel.

- Had je huiswerk? Zo ja, heb je dat gedaan?
 
Voer de code in in LessonUp!
Draai je laptop achterstevoren!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ben je startklaar?
- Doe je telefoon in de telefoontas.

- Jas aan de kapstok of in je kluisje.

- Tas van tafel.

- Pet of capuchon af.

- Boek en laptop op tafel.

- Had je huiswerk? Zo ja, heb je dat gedaan?
 
Voer de code in in LessonUp!
Draai je laptop achterstevoren!

Slide 1 - Slide

Planning
  • Uitleg
    Vruchtbaarheid jongens
    Vruchtbaarheid meisjes
    Menstruatiecyclus (lastig!)
  • Huiswerk
  • Afsluiten
Leerdoelen
Je kunt de delen van de voortplantingsorganen van een man benoemen en de werking uitleggen.

Je kunt de delen van de voortplantingsorganen van een vrouw benoemen en de werking uitleggen.

Je kunt uitleggen hoe de menstruatiecyclus verloopt.

Je kunt uitleggen dat de menstruatiecyclus wordt geregeld door hormonen.

Je kunt uitleggen welke rol hypofysehormonen spelen bij de menstruatiecyclus. 

Slide 2 - Slide

Hoe heten de voortplantingscellen van een man?

Slide 3 - Open question

Hoe heten de voortplantingscellen van een vrouw?

Slide 4 - Open question

Vruchtbaarheid jongens
Hypofyse = belangrijke hormoonklier die onderaan de hersenen zit.


Slide 5 - Slide

Voortplantingsorganen, urineblaas en urinebuis
erectie = zwellichamen vullen zich met bloed

Zaadlozing
Bijballen > zaadleiders > zaadblaasjes > prostaat > urinebuis > penis

Zaadblaasjes en prostaat: voegen zaadvocht toe aan de zaadcellen. 

Sperma = mengsel van zaadvocht en zaadcellen.



Slide 6 - Slide

Vruchtbaarheid meisjes
Vanaf de geboorte ong. 400.000 eicellen aanwezig.

Eicellen beginnen te rijpen in de puberteit.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Menstruatiecyclus
(28 dagen)
  1. Er rijpt een eicel in een van de eierstokken 
  2. Het baarmoederslijmvlies wordt dikker
  3. Ovulatie/eisprong = vrijkomen van een eicel uit een eierstok.
  4. Menstruatie

Follikel = blaasje om een eicel

Slide 9 - Slide

1. Hypofyse geeft FSH (follikel stimulerend hormoon) af. 

Slide 10 - Slide

2. Groeiende follikel produceert voor de ovulatie vooral oestrogeen. 
- remt de productie van FSH, waardoor er geen nieuwe cellen rijpen. 
- stimuleert de groei van het baarmoederslijmvlies.

Slide 11 - Slide

3. Door veel oestrogeen in het bloed gaat de hypofyse LH (luteïniserend hormoon) produceren. Hierdoor treed ovulatie op.

Slide 12 - Slide

4. Na de ovulatie: LH zorgt voor de groei van de lege follikel (gele lichaam/ corpus luteum).

Slide 13 - Slide

5. Het gele lichaam produceert naast oestrogeen vooral progesteron.
- remt de productie van FSH en LH
- er rijpen geen eicellen, er komt geen ovulatie en baarmoederslijmvlies groeit.

Slide 14 - Slide

6. Eicel niet bevrucht: productie van oestrogeen en progesteron neemt af. 
Menstruatie

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Wat?
Maken: 11.1 opdr 4-8, 11, 14, 17d, 19, 20, 21, 22, 23
Hoe?
In je (online) boek. Werkbladopdrachten maak je in je schrift. Fluisterend overleggen of muziek luisteren.
Hulp?
Steek je hand op. Als je geen muziek luistert mag je ook overleggen met je buurman/buurvrouw.
Tijd?
15 minuten
Klaar?
Maak nu opdr. 24, en 25
Opbrengst
Als je klaar bent heb je je huiswerk af! Nu weet je meer over de stof. 

Slide 17 - Slide

Klassikaal bespreken

Hoe ging het vandaag?

Wat heb je geleerd?
Afsluiten

  • Wachten met opruimen!
  • Blijf zitten tot de bel gaat
  • Vergeet straks je stoel niet aan te schuiven

Slide 18 - Slide