week 15 - Introductie module 9 - W3B

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Buenos días

¿Qué vamos a hacer?

• Toets bespreken
• GPL-tool
• nieuwe module
• ser y estar

Miércoles, 13 de abril

Toets bespreken

Toetsweek 2

GPL - leerdoelen in beeld

Ga naar de volgende site

https://knip.ldgo.nl/login

Log in met je schoolgegevens

gebruik code: gkqtt

GPL ACTIVEREN

Eran otros tiempos

Module 9 vind je in magister

voeg toe in boeken

Module 9

Aan het einde van deze les

• Weet ik het verschil in gebruik 

tussen ser en estar.

• Ken ik een aantal bijvoeglijke 

naamwoorden en hun betekenis.

LEERDOELEN

Tarea 1.1

Hoe vervoeg je ser?

Hoe vervoeg je estar?

soy

eres

es

somos

sois

son

estoy

estás

está

estamos

estáis

están

Leerdoel: ser en estar

Módulo pág. 10, 11, 12

Tarea 1.1

Wanneer gebruik je ser?

Wanneer gebruik je estar? 

- naam

- nationaliteit

- beroep

- afkomst

- klok

- zich bevinden (het ligt of het staat)

- hoe het met iemand gaat

Module pagina 10

Leerdoel: ser en estar

Módulo pág. 10, 11, 12

Bekijk de video met de uitleg.

Lees daarna de uitleg.

Vamos a practicar.

Módulo pág. 10, 11, 12

Madrid .............. en el centro de España.

1. es
2. está

Yo ............... profesora.

1. estoy
2. soy

¿De dónde ..................... Javi y Martín?

1. sois
2. estáis
3. son
4. están

Ya ................ las nueve.

1. es
2. está
3. están
4. son

Este ejercicio no .............. bien.

1. está
2. estás
3. es
4. eres

La mochila ..................... de Sara.

1. está
2. es

No puedo ir a la fiesta. ...................... muy cansado.

1. soy
2. estoy

La mesa ................ redonda.

1. está
2. estás
3. es
4. eres

Vocabulario

• Tarea 1.2 en 1.3
• Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben

een andere betekenis bij ser en estar

Leerdoel: bijv. nw

Módulo pág. 10, 11, 12

Vocabulario

• Tarea 1.4 --> vul de woordenlijst in met behulp van je LA (pág. 104) 

Módulo pág. 14 y 15

Leerdoel: personalidades

Vamos a escuchar

LA: pág. 14 ej. 2

A trabajar

LA: pág. 85 ej. 1

Module pág. 16, 17 ej. A, B, C

Huiswerk: leren het gebruik van ser/estar (zie module pág. 10, 11, 12)

Leren: voc. 1.2 en 1.3

Maken LE: ej. 5.2, 5.3, 5.4

Leerdoel: ser en estar