week 13 - introductie módulo 3

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • Toets bespreken
  • GPL-tool
  • nieuwe module
  • familie
  • werkwoorden ser/tener/llamarse
Miércoles, 29 de marzo
1 / 16
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • Toets bespreken
  • GPL-tool
  • nieuwe module
  • familie
  • werkwoorden ser/tener/llamarse
Miércoles, 29 de marzo

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Toets bespreken
Toetsweek 2

Slide 4 - Slide

Toets bespreken
Toetsweek 2

Slide 5 - Slide

GPL - leerdoelen in beeld
Ga naar de volgende site
https://knip.ldgo.nl/login
Log in met je schoolgegevens
gebruik code: ddb4p
GPL ACTIVEREN

Slide 6 - Slide

Mi familia
Module 3 vind je in teams, sites
Open de module 
en sla op in je mapje Spaans. 

Module 3

Slide 7 - Slide

Noteer in je agenda
Huiswerk voor woensdag 5 april: 
  • Maak uit je module pág. 15 en 16 ej. A, B,C 

leren tarea 1.1 - de familienamen en de werkwoorden ser, tener en llamarse

PLAN 3 LEERMOMENTEN IN


Slide 8 - Slide

Aan het einde van deze les
  • Ken ik de namen van familieleden
in het Spaans.
  • Ken ik de vervoeging van ser, tener
en llamarse.

LEERDOELEN

Slide 9 - Slide

Introducción
  • Libro de alumno pág 54: leemos el texto.
  • Rellena la lista de vocabulario.
  • Haz el ejercicio 2
leerdoel: familieleden
Módulo pág. 13, 14

Slide 10 - Slide

familieleden
  • el padre + la madre = los padres
(de vader + de moeder = de ouders)
  • el hermano + la hermana = los hermanos
(de broer + de zus = de broers en zussen)
  • el nieto = la nieta = los nietos
(de kleinzoon + de kleindochter = de kleinkinderen)

Slide 11 - Slide

¿sabías que...?
In Spanje heeft iedereen 2 achternamen.
De dochter van Pedro Sánchez Rodriquez en Carmen Martínez Ordúñez heet:
Lucía Sánchez Martínez

Slide 12 - Slide

Los verbos
  • LA: pág. 48 ej. 1
  • Module pág. 17 tarea 1.3: neem het 
schema over en vul het verder in.
leerdoel: ser/tener/llamarse
Módulo pág. 17

Slide 13 - Slide

uitwerking
ser
soy
eres
es
somos
sois
son
tener
tengo
tienes
tiene
tenemos
tenéis
tienen
llamarse
me llamo
te llamas
se llama
nos llamamos
os llamáis
se llaman

Slide 14 - Slide




Haz de tu módulo pág. 18 ej. A, B, C

Slide 15 - Slide

uitwerking
A.
1. tienes
2. tengo
3. tiene
4. tenemos
5. tienen
6. tenéis
7. tiene
B.
1. se llama
2. se llama
3. se llaman
4. te llamas
5. me llamo
6. nos llamamos

C.
1. eres
2. soy
3. son
4. sois
5. somos
6. es
LEERDOEL: WERKWOORDEN

Slide 16 - Slide