Herhaling V6 tijdvakken en verplichte voorbeelden

Herhaling CE
Kenmerkende aspecten
Historische contexten
- Dia 1 is een link naar een quiz
- Dia 2 is een link naar de Moodle
1 / 49
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Herhaling CE
Kenmerkende aspecten
Historische contexten
- Dia 1 is een link naar een quiz
- Dia 2 is een link naar de Moodle

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link

Slide 29 - Link

Het ontstaan van de eerste stedelijke
gemeenschappen

Slide 30 - Mind map

Romanisering houdt verband met?
A
Het ontstaan van de Grieks-Romeinse cultuur
B
De verspreiding van de Grieks-Romeinse cultuur
C
De neergang van de Grieks-Romeinse cultuur

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

Het leenstelsel is een bestuurlijk systeem, het hofstelsel een ecomisch systeem
A
Niet waar! Zijn inwisselbare begrippen
B
Niet waar! Hofstelsel is bestuurlijk, leenstelsel is economisch
C
Waar! Overigens is een ander naam het feodale stelsel

Slide 33 - Quiz

Zet de volgende namen in de juiste chronologische volgorde
A
Koningin Beatrix, Cleopatra, Filips II, Aletta Jacobs, Rosie the Riveter
B
Rosie the Riveter, koningin Beatrix, Aletta Jacobs, Cleopatra, Filips II
C
Filips II, Cleopatra, Rosie the Riveter, koningin Beatrix, Aletta Jacobs
D
Cleopatra, Filips II, Aletta Jacobs, Rosie the Riveter, koningin Beatrix

Slide 34 - Quiz

Ontdekkers en hervormers
regenten en vorsten
Sleep kenmerkende aspecten naar het juiste tijdvak.
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van de Nederlandse staat.
Het streven van vorsten naar absolute macht.
De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in Europa tot gevolg had.
het veranderende mens- en wereldbeeld van de Renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling
de wetenschappelijke revolutie

Slide 35 - Drag question

1579
1581
1585
1588
1566
Beeldenstorm
Unie van Utrecht
Acte van Verlatinghe
Afsluiting Antwerpen
Uitroepen Republiek

Slide 36 - Drag question

Wat weet je over De Verlichting?

Slide 37 - Mind map

Welke uitspraken over de Verlichting zijn juist en welke onjuist? Sleep ze naar de goed plek 
Goed

Fout

In de stroming van de Verlichting stond het verstand centraal.
Het rationalisme ging tegen de Verlichting in.
Door de combinatie van geloof en wetenschap zou er vooruitgang komen.

Slide 38 - Drag question

Waren de verlichte denkers hier voor of tegen?
Verlichters zijn voor
Verlichters zijn tegen
Vrijheid van meningsuiting
Gelijke rechten voor iedereen
Vrijheid van godsdienst
Ongelijkheid

Slide 39 - Drag question

Tijdvak 10
Tijdvak 5
Tijdvak 8
Tijdvak 7
Reformatie
ancien regime
democratisering
modern imperialisme
pluriforme samenlv
rationalisme

Slide 40 - Drag question


Over welke gebeurtenis gaat de bron?
A
over de bouw van de Berlijnse Muur in 1956
B
over de bouw van de Berlijnse Muur in 1961
C
over de Hongaarse Opstand in 1956
D
over de Hongaarse Opstand in 1961

Slide 41 - Quiz


In de tekening is een mening te herkennen over de mogelijke gevolgen van glasnost voor de Sovjet-Unie.

Welke mening wordt bedoeld?
A
dat het communisme te groot zal worden door glasnost
B
dat het communisme zal bezwijken onder glasnost
C
dat glasnost hoort bij de ideologie van het communisme
D
dat glasnost zal bezwijken onder het communisme

Slide 42 - Quiz

Slide 43 - Slide

De afbeelding van de vorige dia past bij
A
'de verdeling van de wereld in twee ideologische blokken' als bij 'sociaal-culturele veranderingsprocessen'
B
'het voeren van twee wereldoorlogen' en 'sociaal-culturele veranderingsprocessen'
C
'verzet tegen West-Europees imperialisme' en 'de sociale kwestie'
D
'Voortschrijdende democratisering' en 'de sociale kwestie'

Slide 44 - Quiz

Slide 45 - Video

Historische vaardigheid

Slide 46 - Slide

Vaardigheid: Gebondenheid aan tijd en plaats

Slide 47 - Slide

Historische vaardigheden
Oefenen
In de volgende oefeningen gaan we oefenen op de onderstaande historische vaardigheden:
  • Je kan vaststellen dat een bron bruikbaar is.
  • Je kan vaststellen dat een bron betrouwbaar is.
  • Je kan vaststellen dat een bron representatief is.

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Video