Uitscheiding (urine en defecatie)

Urine en ontlasting
1 / 34
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Urine en ontlasting

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
Je verdiept je in de onderwerpen urine en ontlasting


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
Urine en ontlasting

- Opzoeken in je boek
- LessonUp

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Pak je boek erbij

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Zoek op in je boek

Slide 5 - Slide

This item has no instructions




1 = nieren
2 = urineleiders (ureters)
3 = blaas
4 = urinebuis (urethra)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Zoek op in het boek
Wat is mictie?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is mictie?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Zoek op in het boek
Waar let je op bij het observeren van urine?
Schrijf minimaal 4 punten op 
-
-
-
-

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Urine observeren
  • Frequentie
  • Hoeveelheid
  • Kleur
  • Helderheid
  • Geur 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

De urine van meneer Klaassen ziet er donkergeel uit. Welk advies geef je aan meneer Klaassen?
A
Hij heeft een blaasontsteking en heeft antibiotica nodig
B
Hij moet meer vocht drinken.
C
Hij moet meer gaan bewegen.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

De urine van mevrouw de Jong ruikt naar aceton. Waar kan dit op duiden?
A
Verse urine
B
Urineweginfectie
C
Ontregelde diabetes

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Zoek op in je boek 
Schrijf op:
1) Wat is een vochtbalans? 
2) Wat wordt er bijgehouden op een vochtbalans?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Vochtbalans
Bespreek met elkaar je opgeschreven antwoorden

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Zoek op in het boek
Schrijf de antwoorden op:
1) Welke symptomen passen bij een blaasontsteking?
2) Wat adviseer je bij een blaasontsteking?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Symptomen blaasontsteking kunnen zijn:

  • branderig gevoel of pijn bij het plassen;
  • vaker plassen;
  • kleine beetjes plassen;
  • troebele en/of bruinrode urine;
  • schuimende urine;
  • sterke geur van urine;
  • koorts;
  • verwardheid;
ziek zijn.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat adviseer je als verzorgende bij een blaasontsteking?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Advies bij blaasontsteking
- Drink voldoende (1,5-2 liter per dag): voorkomt zo dat er teveel
   bacteriën in de blaas komen. 
- Als hart of nieren minder goed werken kan de arts  adviseren om minder te     drinken
- Ga direct naar het toilet bij aandrang
- Plas goed uit, neem de tijd
- Voor vrouwen is het belangrijk om van voor naar achter af te vegen. Zo gaat     er geen ontlasting  richting de plasbuis.

Slide 18 - Slide

Uit Verenso richtlijn 
Diabetes
Blaasontsteking
Kleine beetjes urineren
Grote hoeveelheden plassen

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Zoek op in je boek
Schrijf op:
Waar let je op bij het observeren van ontlasting?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Observeren ontlasting

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Ontlasting observeren 
  • Frequentie
  • Hoeveelheid
  • Kleur
  • Reuk
  • Vorm en vastheid
  • Afwijkende bestanddelen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Ontlasting observeren
Bloed: bloeding of ontsteking van de darmen;
Pus of slijm: ontsteking van de darmen;
Zwarte kleur: bloed vanuit maag of darmen of het gebruik van ijzertabletten;
Grijze of witte kleur: aandoening van de gal of galwegen;
Groene kleur: te veel gal en bepaalde maagdarminfecties;
Gele kleur: alcoholgebruik;
Rode streep bij ontlasting: gescheurde huid of aambei;
Witte puntjes: wormen

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

De ontlasting van meneer heeft de kleur van stopverf. Wat zou er aan de hand kunnen zijn?
A
Galwegen zijn afgesloten.
B
Alcoholgebruik
C
Er is een bloeding.
D
Hij heeft obstipatie

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Welke maatregelen zijn er om defeceren bevorderen?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Bevorderen van defeceren
- Bewegen
- Drinken, vooral water
- Eet gezond, met voldoende vezels 
- Juiste voeding
- Weinig suikers nuttigen
- Naar de wc gaan bij aandrang 
- Nagaan welke medicatie iemand gebruikt
- Zo nodig helpen met medicatie 


Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Casus 
Dhr. van Zanten kan niet goed ontlasten.
Jij bent verzorgende en werkt in een verpleeghuis.
Je komt in de ochtenddienst bij Dhr. van Zanten en hij verteld dat hij al 4 dagen geen ontlasting heeft. Hij heeft wel het gevoel dat hij moet, maar het lukt niet. Hij heeft het gevoel alsof er een dikke drol vast zit.
Hij vraagt jou om advies.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wat is juist?
Dhr. van Zanten heeft:
A
diarree
B
obstipatie

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Dhr. van Zanten krijgt een klysma.
Wat is een klysma?
A
Een vloeistof die in de darmen gespoten wordt, via de anus
B
Een drankje die je op moet lossen in water en opdrinkt

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Hulpmiddelen toiletbezoek,
welke zijn er?

Slide 31 - Mind map

This item has no instructions

Wat neem je uit deze les mee naar je stage?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Zijn er nog vragen?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Tot volgende week

Slide 34 - Slide

This item has no instructions