systeem aarde

Systeem aarde
1 / 32
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Systeem aarde

Slide 1 - Slide

Bekijk de bron met geofactoren. Wat zijn de interne invloeden op de ondergrond?
A
De zon en draaiing van de aarde
B
De zon en de kern van de aarde
C
Convectiestroming en zwaartekracht
D
Convectiestroming en platentektoniek

Slide 2 - Quiz

Welke geofactor
is het meest van invloed
op de mondiale schaal?
A
de mens
B
de plantengroei
C
het gesteente
D
het klimaat

Slide 3 - Quiz

In welke zone komt de afbeelding voor?
A
Polaire zone
B
Gematigde zone
C
Tropische zone
D
Subtropische zone

Slide 4 - Quiz

Tropische zone: tropisch Regenwoud. Bodems zijn....
A
vruchtbaar
B
onvruchtbaar

Slide 5 - Quiz

In welke zone komt de afbeelding voor?
A
Subtropische zone
B
Gematigde zone
C
Aride zone
D
Boreale zone

Slide 6 - Quiz

Welke landschapszone
ligt er rond het Baijkalmeer?
A
gematigde zone
B
landklimaat
C
boreale zone
D
polaire zone

Slide 7 - Quiz

In de boreale zone vind je
A
latosol bodems
B
podzol bodems
C
rode bodems

Slide 8 - Quiz

In welke zone ziet het landschap er zo uit?
A
Polaire zone
B
Aride zone
C
Boreale zone
D
Gematigde zone

Slide 9 - Quiz

Wat is de begroeiing in het toendraklimaat?
A
Loofbomen
B
Er groeit helemaal niks.
C
Naaldbomen
D
Lage struikjes, mossen en grassen.

Slide 10 - Quiz

Welk zone is dit?
A
Subtropische zone
B
Aride zone
C
Gematigde zone
D
Tropische zone

Slide 11 - Quiz

Woestijnen komen alleen in de subtropen (30º NB) voor.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Wat is een bewijs voor de theorie van Wegener (=platen zijn constant in beweging)
A
Aardbevingen
B
Mid-Oceanische Ruggen
C
Vulkanisme
D
Hotspots

Slide 13 - Quiz

De oudste ocaanbodem ligt dichtbij de mid-oceanische rug
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

In welk type gesteente kan je fossielen vinden?
A
stollingsgesteente
B
sedimentgesteente
C
metamorfgesteente

Slide 15 - Quiz

Vulkanen komen alleen voor bij convergente plaatgrenzen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Wanneer 2 oceanische platen convergent bewegen ontstaan er diepe troggen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Als lava vloeibaar is, is er een effusieve uitbarsting
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Welke natuurverschijnselen doen zich voor bij convergentie?
A
Een aardbeving en een vulkaan
B
een aardbeving, vulkaan en gebergtevorming
C
Een aardbeving, gebergtevorming en een trog
D
Een aardbeving en gebergtevorming

Slide 19 - Quiz

Het klimaat heeft invloed op verwering en erosie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

In wat voor een klimaat zal je veel chemische verwering hebben?
A
droog en koud
B
vochtig en koud
C
droog en warm
D
vochtig en warm

Slide 21 - Quiz

Welke vorm van verwering?
A
Vorst
B
Temperatuurverschil
C
Zout
D
Worteldruk/biologisch

Slide 22 - Quiz

Welke vorm van verwering?
A
Vorst
B
Temperatuurverschil
C
Zout
D
Worteldruk/biologisch

Slide 23 - Quiz

Welke verwering?
A
Vorstverwering
B
Biologische verwering
C
Verwering door temperatuurverschil

Slide 24 - Quiz

Een rivier gaat meanderen in de
A
bovenloop
B
middenloop
C
benedenloop

Slide 25 - Quiz

Als een rivier bij een zee uitmondt, noem je dit gebied een puinwaaier
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Het water stroomt in de binnenbocht sneller dan in de buitenbocht waardoor een rivier gaat insnijden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Hoe komt het dat de moesson halfjaarlijks van richting verandert?
A
Door de draaiing van de aarde
B
Door het verschil tussen zomer en winter
C
Door het verschuiven van de IOMZ
D
Door t verplaatsen van het lage druk gebied

Slide 28 - Quiz

Het klimaat in het zuiden van Brazilië heeft grote overeenkomsten met het Nederlandse klimaat
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Het klimaat in het zuiden van Brazilië heeft grote overeenkomsten met het Nederlandse klimaat
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Beschrijf in een aantal steekwoorden wat je meeneemt uit deze les

Slide 31 - Mind map

Waarom is het B-klimaat een bijzonder klimaat?
A
Het B-klimaat komt alleen in de bergen voor
B
Het B-klimaat komt bijna niet voor
C
Het gaat over temperatuur, dus niet over droogte
D
Het gaat over droogte, dus niet over temperatuur

Slide 32 - Quiz