6.2 de bloedsomloop & 6.4 de bloedvaten

6.2 de bloedsomloop & 6.3 bloedvaten
Welkom klas 4!
Ben jij klaar voor de les?
- werkboek + schrift...
- pen + potlood...
- kauwgom/snoep in de       prullenbak...
- jas + telefoon in jouw kluisje...
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

6.2 de bloedsomloop & 6.3 bloedvaten
Welkom klas 4!
Ben jij klaar voor de les?
- werkboek + schrift...
- pen + potlood...
- kauwgom/snoep in de       prullenbak...
- jas + telefoon in jouw kluisje...

Slide 1 - Slide

6.2 de bloedsomloop & 6.4 bloedvaten

Slide 2 - Slide

Planning:
Herhalen basisstof 1
Leerdoelen basisstof 2 en basisstof 4
Uitleg/keuze
Aan de slag
Afronden

Slide 3 - Slide

Bloedplasma
A
vervoert afvalstoffen en voedingsstoffen
B
zorgt voor stolling
C
bevat hemoglobine
D
bestrijdt ziekteverwekkers

Slide 4 - Quiz

Rode bloedcellen
A
vervoeren zuurstof
B
zorgen voor stolling
C
bevatten fibrogeen
D
bestrijden ziekteverwekkers

Slide 5 - Quiz

Planning:
Herhalen basisstof 1
Leerdoelen basisstof 2 en basisstof 3
Uitleg/keuze
Aan de slag
Afronden

Slide 6 - Slide

Leerdoelen:
- Ik ken de taak van de grote en de kleine bloedsomloop.
- Ik weet het verschil tussen de verschillende bloedvaten
(hun vorm en functie)
- Ik kan de bloedvaten bij hun naam noemen.

Slide 7 - Slide

Huiswerk bespreken
Kijk jouw werk goed na en verbeter de foutjes.
Vraag wat jij lastig vindt, na het nakijken, aan de juf.


Slide 8 - Slide

B

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

We beginnen met aantekeningen!

Slide 13 - Slide

Bloedvaten
Slagader
Haarvaten
Aders

Slide 14 - Slide

Slagaders
- Slagaders vervoeren het bloed van het hart af.
- Bloed in de slagaders bevat veel zuurstof.
- De bloedruk in de slagaders is hoog. 
- De wanden van de slagaders zijn dik en elastisch.
- Slagaders liggen diep in het lichaam.

Slide 15 - Slide

Aders
  hebben aderkleppen
- zitten vooral in aders in je armen en benen
- zorgen ervoor dat het bloed in de aders niet terugstroomt naar de organen
- vervoeren meestal zuurstofarm bloed

Slide 16 - Slide

Longslagader
Longader
Uitzonderingen:

Slide 17 - Slide

Kenmerken bloedvaten
Wand
Bloeddruk
Kleppen
Slagader
Dik en gespierd
Hoog (zelfde als hartslag)
Nee
Haarvat
Heel dun (1 cellaag)
Heel laag
Nee
Ader
Dun
Laag
Ja

Slide 18 - Slide

Van slagader naar ader
Ader
Slagader
Haarvat

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Naamgeving van aders en slagaders
(naam orgaan)+ ader
of
(naam orgaan) + slagader
er zijn

Let op de uitzonderingen.

Slide 21 - Slide

De bloedsomloop
De weg hoe het bloed door het lichaam stroomt.

2 bloedsomlopen:

  • Kleine bloedsomloop
  • Grote bloedsomloop

Slide 22 - Slide

kleine bloedsomloop
grote bloedsomloop

Slide 23 - Slide

Dubbele bloedsomloop
Per omloop stroomt het bloed twee keer door het hart.

1x  -> hart - longen - hart
1x  -> hart - lichaam - hart

Dit noemen we een dubbele bloedsomloop

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Aan de slag!
Pak je boeken er bij.
Lees BS 2 goed door.

maak: 10, 11, 22, 24, 29, 31, 32




Slide 26 - Slide

Huiswerk en evaluatie
Weet jij nu hoe de meeste vloedvaten heten?

Wijs de halsslagader eens aan en de nierader.

HW. Afmaken de opdrachten.

Slide 27 - Slide

Thuis oefenen
Oefen de bloedvaten met biologiepagina.nl

Slide 28 - Slide

Waarom wordt de bloedsomloop van de mens een dubbele bloedsomloop genoemd?
A
Omdat de bloedsomloop bestaat uit slagaders en haarvaten.
B
Omdat het bloed per hartslag twee keer door de longen stroomt.
C
Omdat het bloed per omloop twee keer door het hart stroomt.
D
Omdat per hartslag zuurstofarm en zuurstofrijk bloed door het hart stroomt.

Slide 29 - Quiz

In de afbeelding is de bloedsomloop van een ara schematisch getekend.
Behoren de longen van de ara tot de grote bloedsomloop of tot de kleine bloedsomloop?
A
tot de grote bloedsomloop
B
tot de kleine bloedsomloop

Slide 30 - Quiz

Een bloedvat voert bloed van de aorta naar de lever. Wat is de naam van dit bloedvat
A
leverslagader
B
poortader
C
leverader
D
haarvat

Slide 31 - Quiz

Ik ken de taak van de grote en de kleine bloedsomloop.
Nee, want ik ben er nog niet mee bezig geweest
Alleen van de kleine bloedsomloop
Alleen van de grote bloedsomloop
Jazeker! Van de dubbele bloedsomloop.

Slide 32 - Poll

Ik kan informatie geven over aders en slagaders. (onderscheid in ligging, bloeddruk, bouw van de wand, wel/geen kleppen, verhouding O2 en CO2.
Nee, daar ben ik nog niet aan toe gekomen
Ik kan één verschil benoemen
Ik kan 2 verschillen benoemen
Ik kan de verschillen benoemen

Slide 33 - Poll

Ik kan de bloedvaten bij hun naam noemen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll