periode 1 les 2.

• didactiek
• MBO
• Studiejaar 1

Materialen en omgeving

Par.2.1

Maar eerst een terugblik

Wat weet jij nog van de les van vorige week? 

                                       Wisbordje

1. Hoe je dingen aan kinderen aanleert heet:....

wisbordje

2. Als het gaat over de sfeer in groep heet dat.......

dagritme zorgt voor:

1. gezelligheid
2. handig voor papa en mama
3. structuur en rust

kenmerken van dagritme

een planbord bij kleuters maakt ze sterker in hun

1. overzicht
2. autonomie/zelfstandigheid
3. werkjes
4. houvast

doel van deze les

De student weet wat ontwikkelingsmateriaal is.

De student kan(4) verschillende soorten materialen benoemen.

De student weet wat de functie is van ontwikkelingsmaterialen in het basisonderwijs.

De student weet welke taak een onderwijsassistent kan hebben t.a.v. ontwikkelingsmaterialen.

De student beoordeelt verschillende ontwikkelingsmaterialen op gebruik- en toepassingsmogelijkheden.

Lezen

Lees  paragraaf 2.1 

je krijgt hier 10 minuten voor. 

kun je bedenken wat het doel is van ontwikkelingsmaterialen?

Kijkvragen bij de video.

1. Op welke manier zouden kleuters meer moeten leren

2. Waar leert een kleuter het meeste van?

3. Wat past bij een kleuter?

4. Is een werkblad schrijven prettig voor een kleuter? Leg je antwoord uit.

www.leraar24.nl

4 soorten materiaal

1. Speelleermateriaal

2. Ongevormde materialen

3.Vormgevende materialen

4.Constructie- en compositiematerialen

Speelleermateriaal:
materiaal waarbij duidelijk is wat een kind er mee moet doen.
Aan wat voor materiaal denk jij dan?

Ongevormd materiaal is

1. lego
2. klei
3. poppenhuis
4. papier

Vormgevende materialen, hiermee maak je, knip je, of bewerk je iets.
welk plaatje hoort hier niet bij.

1. 
2. 
3. 
4. 

ken je constructiematerialen?

shop.derolfgroep.nl

opdracht met je leerteam.

Kies een taalspel, rekenspel en motoriekspel.

Voor welke leeftijd is het in te zetten?

Wat zijn de ontwikkelingsdoelen van dit materiaal?

Op welke manieren kun je werken met dit materiaal?

Kun je moeilijkheidsgraden inbouwen?

Je maakt hier een mooi document van, met plaatje van het materiaal wat jullie hebben gekozen.

einde les

1.  waar ging de les over?

2. Wat heb jij zelf geleerd deze les? ( gebruik hiervoor je theorie)

3. Wat kun je met deze kennis in de praktijk doen als onderwijsassistent?