Les 5B - 3.2 Hofstelsel en horigheid


Met het einde van het Romeinse Rijk begint een nieuw tijdperk in Europa. Dit tijdperk noemen wij de Middeleeuwen. De Middeleeuwen duren 1000 jaar: van 500 tot 1500. 

Tijdvak 3 en 4 gaan over de Middeleeuwen.
(H3 en H4)


Tijd van Monniken en Ridders - Hoofdstuk 3
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


Met het einde van het Romeinse Rijk begint een nieuw tijdperk in Europa. Dit tijdperk noemen wij de Middeleeuwen. De Middeleeuwen duren 1000 jaar: van 500 tot 1500. 

Tijdvak 3 en 4 gaan over de Middeleeuwen.
(H3 en H4)


Tijd van Monniken en Ridders - Hoofdstuk 3

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Introductie 3.2
Opdrachten 3.2

Leerdoelen: 
  1. Je kan uitleggen hoe in West-Europa een landbouwsamenleving in plaats kwam van de landbouwstedelijke samenleving.
  2. Je kan kenmerken geven horigheid
  3. Je kan kenmerken geven van het hofstelsel
Plan vandaag

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting H3.1 
Introductie 3.2
Samenvattingsopdracht

Leerdoelen: 
  1. Je kan verklaren waardoor het Islamitische rijk in korte tijd kon uitgroeien en verspreiden.
  2. Je kan voorbeelden geven van de invloed van de Arabische samenleving en cultuur.
  3. Je kunt samenwerken aan een samenvatting 
Plan vandaag

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk: 3.1 t/m 3.4
Tijdvak: Tijd van Monniken en Ridders
jaartallen: 500-1000
periode: (vroege) middeleeuwen
Kenmerkende aspecten:
  1. De verspreiding van het christendom in Europa
  2. Het ontstaan en de verspreiding van de islam
  3. Het ontstaan van het feodale stelsel
  4. De vervanging van de steden in Europa voor alleen maar landbouw georganiseerd via het hofstelsel en horigheid.
Basisinfo

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen:
  1. In deze paragraaf leer je hoe de islam ontstond.
  2. In deze paragraaf leer je hoe het Arabische rijk werd uitgebreid.
  3. In deze paragraaf leer je hoe de Arabische samenleving en cultuur zich ontwikkelden.
  4. In deze paragraaf leer je hoe de islam later in andere gebieden werd verspreid.
Begrippen:  Allah, dynastie, emir, islam, islamitische jaartelling, jihad (2), kalief, kalifaat, Koran, moskee, moslim, profeet, sjiiet, soenniet, sultan, wereldlijk
3.1 De opkomst van de islam

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting opdracht:
  • In groepjes van 2-4 schrijf je (op papier) een samenvatting over twee van de vier leerdoelen.
  • Dit leerdoelen krijg je aangewezen door je docent.
  • De samenvatting moet einde les af.
  • De samenvatting moet minimaal 6 begrippen uit 3.1 bevatten
3.1 De opkomst van de islam

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen:
  1. In deze paragraaf leer je hoe in West-Europa een landbouwsamenleving in plaats kwam van de landbouwstedelijke samenleving.
  2. In deze paragraaf leer je kenmerken van de horigheid.
  3. In deze paragraaf leer je kenmerken van het hofstelsel.

Begrippen: domein, herendienst, hoeve, hofstelsel, horige, rentmeester, middeleeuwen, tijd van monniken en ridders
3.2 Hofstelsel en horigheid

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting opdracht:
  • In groepjes van 2-4 schrijf je (op papier) een samenvatting over een van de drie leerdoelen.
  • Dit leerdoel krijg je aangewezen door je docent.
  • De samenvatting moet einde les af,
  • De samenvatting moet minimaal 3 begrippen uit 3.2 bevatten
3.2 Hofstelsel en horigheid

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Onderzoeksvraag
Welke factoren speelden een rol bij het ontstaan van het hofstelsel en de horigheid?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De val van het Romeinse Rijk heeft een groot deel van de gebeurtenissen in de Middeleeuwen beïnvloed. 

  • Benoem een aantal kenmerken van het Romeinse Rijk.

  • Noem een interne en externe oorzaak van de val van het Romeinse Rijk



3.2 Hofstelsel en horigheid

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Neem het onderstaande schema over en vul in
gevolgen val Romeinse Rijk voor Europa
terug naar ...........
samenleving
afname ....... en krimpen van .......
plunderingen en veroveringen door...
overheid kan inwoners niet beschermen, productie omlaag
minder ...... heffen en ambtenaren ...... betalen 
..... wordt schaarser, alleen gebruikt voor......
maar ........ verdween niet helemaal (type 1), (type 2), toch waren mensen grotendeels ........

Slide 11 - Slide

Na het einde van het West-Romeinse Rijk nam de handel af. Dit kwam door groeiende onveiligheid en het verval van wegen en bruggen: reizen werd gevaarlijk en moeilijk. 
Neem het onderstaande schema over en vul in
gevolgen val Romeinse Rijk voor Europa
terug naar landbouw
samenleving
afname nijverheid en krimpen van bevolking
plunderingen en veroveringen door Germanen
overheid kan inwoners niet beschermen, productie omlaag
minder belasting heffen en ambtenaren niet betalen 
geld wordt schaarser, alleen gebruikt voor goud / handel Byzantijnse Rijk
maar handel verdween niet helemaal: voor luxeproducten, en regionale handel, toch waren mensen grotendeels autarkisch (zelfvoorzienend)

Slide 12 - Slide

Na het einde van het West-Romeinse Rijk nam de handel af. Dit kwam door groeiende onveiligheid en het verval van wegen en bruggen: reizen werd gevaarlijk en moeilijk. 
Van de steden uit de middeleeuwen waren er na de val van het Romeinse rijk weinig over. Bijna de hele samenleving leefde van de landbouw. (landbouwsamenleving)
  • handel en nijverheid afgenomen, bevolking gekrompen
  • bestuur kan Germaanse invasies niet aan; burgers niet beschermen, geen belasting heffen of mensen betalen
  • meer onveiligheid, achteruitgang economie: dus mensen worden zelfvoorzienend: autarkisch
  • handel verdwijnt niet helemaal: luxeproducten uit Middellandse Zee- of Oostzeegebied


3.2 Hofstelsel en horigheid

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Conclusie: alles is onveilig en de agrarische productie daalt enorm in de 4e eeuw. 

1. Boeren mogen hun land niet meer verlaten
2. Boeren zoeken bescherming bij grootgrondbezitters
3. Grootgrondbezitters eisen erfelijke verplichtingen van deze boeren.

Deze enorme groep halfvrije mensen heten horigen, en de groep met erfelijke voorrechten (grootgrondbezitters) zijn de adel.




3.2 De horigheid

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

kerk met klooster
3
huis van de domeinheer: het hof, gebouwd op een heuvel ter bescherming (burcht)
1
hoeve: gebruikt door horige boeren
5
vroonland: land in gebruik van heer
4
woeste gronden: gebruikt om hout te sprokkelen of vee te laten lopen
2
woeste gronden: gebruikt om hout te sprokkelen of vee te laten lopen
2

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Leg het verband tussen deze drie begrippen uit. Doe dat door eerste een omschrijving te geven van de drie begrippen.

herendiensten, hofstelsel, rentmeester
3.2 De horigheid

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Herendiensten: onbetaald werk voor een domeinheer door horigen, dit verschilde per domein en horige tot horige
Het hofstelsel is een economisch systeem waarbij het ene deel van een domein direct door de heer wordt gebruikt en het andere deel wordt verpacht aan horige boeren. 
Een rentmeester is iemand die voor de eigenaar een landgoed beheert.

Het verband tussen de drie termen is dat binnen het hofstelsel herendiensten worden gedaan door horige boeren. Deze herendiensten en de verplichte afdrachten (spullen afstaan) werden gecontroleerd en opgehaald door rentmeesters
3.2 De horigheid

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Vroonland
Domein
Hofstelsel

Slide 21 - Slide

This item has no instructions