H5 Abschlusstraining Hören und sehen

Kijk-Luistervaardigheid 
Ondersteuningsles / Herhalingsles
1 / 34
next
Slide 1: Slide
DuitsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 6

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Kijk-Luistervaardigheid 
Ondersteuningsles / Herhalingsles

Slide 1 - Slide

Auf'm Programm

1. De rol van woordenschat bij lees- en kijk-luistervaardigheid

2. Kijk-Luisterstrategieën

3. Oefenen met kijk-luistervaardigheid
Ziele

... ik kan (een aantal) kijk-luisterstrategieën toepassen

Slide 2 - Slide

Hoeveel procent van de gebruikte woorden in een tekst moet je kennen om een tekst goed te begrijpen?
0100

Slide 3 - Poll

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Samenvattend: 
Om een tekst goed te kunnen begrijpen, moet je meer dan 90% (beter ergens tussen de 95-98%) van de gebruikte woorden kennen. 

Ken je alleen 90% van de woorden, dan wordt het al lastig om de tekst te begrijpen: je begrijpt één op de tien woorden niet.

Slide 9 - Slide

Welke conclusie kan je hieruit trekken over wat belangrijk is in je voorbereiding voor de kijk-luistertoets?

Slide 10 - Open question

Luisterstrategieën 
  • voor het kijken/luisteren
  • tijdens  het kijken/luisteren
  • na het kijken/luisteren

Slide 11 - Slide

Vóór het kijken en luisteren
  1. (Skimmen: bekijk titel, plaatjes, onderschrift —> doe een voorspelling over waarover het zal gaan)
  2. Activeer je voorkennis : wat weet je al over de onderwerpen?
  3. Luister naar het introductie-gedeelte: het bevat informatie waar je verderop in de toets iets aan hebt
  4. Je kunt ook wennen aan de stem en aan het spreektempo van de spreker.

Slide 12 - Slide

Tijdens het kijken- en luisteren
1. Voorkom dat je snel afgeleid wordt. Een kijk-luistertoets is voor een belangrijk deel concentratie.
2. Luister/kijk goed naar het begin, als je hieraan aandachtig luistert, is de rest gemakkelijker te volgen.
3. Probeer het verhaal/gesprek te volgen; als je je concentreert op wat je begrijpt, kun je de rest uit de context opmaken, ook moeilijkere woorden.

Slide 13 - Slide

Tijdens het kijken- en luisteren

4. Als je iets niet meteen zeker weet: Blijf luisteren, soms zegt iemand het nog een keer, maar dan met andere woorden. Veel sprekers herhalen zichzelf een beetje. Dat noemen we 'redundantie'.


Slide 14 - Slide

Tijdens het kijken- en luisteren
5. Blijf ook luisteren als je wel het juiste antwoord langs hoorde komen. 
De spreker kan immers nog bijvoorbeeld toevoegen: “Maar dat is tegenwoordig niet meer het geval. Nu doen we het zus enzo. ” waardoor jij weet dat het eerste antwoord dat je dacht toch niet klopt.


Slide 15 - Slide

Tijdens het kijken- en luisteren
6. Als je het antwoord op een vraag niet weet: vul dan in elk geval meteen een voorlopig antwoord in. Geef met een klein tekentje aan dat je twijfelde. De ervaring leert dat het antwoord dat je als eerste koos meestal het goede is. 
7. Maak tijdens het kijken ook gebruik van het beeld, let op de lichaamstaal.


Slide 16 - Slide

Na het kijken- en luisteren
Ga terug naar de vragen die je fout hebt beantwoord en probeer te bedenken waarom je hier het verkeerde antwoord hebt genoteerd. Wat heeft jou laten denken dat jouw antwoord het juiste antwoord is/was?

Slide 17 - Slide

Vragen beantwoorden
- lees voor het luisteren altijd de vraag door en onderstreep de kernwoorden
- beantwoord de vraag tijdens het luisteren
- gebruik de pauze om de volgende vraag te lezen
- niet te lang twijfelen, dan verlies je tijd

Slide 18 - Slide

Soorten vragen
  • Mehrwahlfragen
  • Aussagen
  • Lückentexte (voorspellend luisteren)

Slide 19 - Slide

Tips meerkeuzevragen (Multiple-Choice-Fragen)
1. markeer de kernwoorden (bij de antwoordmogelijkheden)
2. maak gebruik van je kennis m.b.t. de signaalwoorden (door deze in de tekst in te bouwen, brengt de spreker structuur in zijn verhaal
3. Waarom vraag? = er wordt reden gezocht (signaalwoorden: denn, weil, der Grund dafür)
4. maak gebruik van de tijdsbepalingen (bijv. seit, danach
5. streep alvast het "onzin" antwoord weg
6. zorg dat je de grote lijn begrijpt, kies je antwoord niet op basis van één woord

Slide 20 - Slide

Üben
Arbeitsbuch  Seite 59 - 63 / Aufgaben 1 - 3

Aufgabe 1 - machst du selbständig zu Hause
Aufgabe 2 - machen wir zusammen
Aufgabe 3 - WOOTS

Slide 21 - Slide

Antworten - Aufgabe 1:
Voorbeeld: C
1 A
2 A
3 A
4 A
5 A
6 A
b Antwoord A

Slide 22 - Slide

Antworten - Aufgabe 2:
1 C
2 B
3 C
4 C
5 C
6 A

Slide 23 - Slide

Tips beweringen (Aussagen)
1. Vaak moet je de juiste samenvatting kiezen of bepalen welke bewering van toepassing is. Er zijn altijd 2 keuzemogelijkheden en er wordt nooit een directe vraag gesteld. 
2. Ga na  of je begrijpt wat er in de vragen staat. Focus op de woorden die je kent.
3. Onderstreep de kernwoorden om erachter te komen waar de antwoordmogelijkheden van elkaar verschillen.
4. Als de vraag gaat over de mening(en), let dan bij kijkfragmenten ook op de lichaamstaal. 

Slide 24 - Slide

Üben
Arbeitsbuch  Seite 64 - 66 / Aufgaben 4 - 6

Slide 25 - Slide

Antworten - Aufgabe 4:
1 B
2 B
3 A
4 A
5 A


Slide 26 - Slide

Antworten - Aufgabe 5c:
1 A
2 A
3 B
4 B
5 A
6 A
7 A
8 B


Slide 27 - Slide

Tips gatentekst (Lückentexte)
Bij de gatenteksten is een gedeelte van de tekst weggelaten en vervangen door een pieptoon. 

Slide 28 - Slide

Lückentexte
1.  Neem alle antwoorden van te voren goed door, na de piep is er te weinig tijd beschikbaar.
2. De antwoorden zijn vaak tegenstellend. Let goed op het fragment .
3. Blijf alert, probeer de grote lijn te volgen.
4. Af te maken zin is vaak conclusie van het voorgaande.
5. Probeer na de piep de laatste zin in je hoofd te herhalen. 

Slide 29 - Slide

Üben
Arbeitsbuch  Seite 67- 71 / Aufgaben 7 und 8

Slide 30 - Slide

Antworten - Aufgabe 7:
1 B
2 A
3 A
4 A
5 B
6 B


Slide 31 - Slide

Antworten - Aufgabe 8:
1 B
2 A
3 B
4 B
5 A
6 B
7 A
8 A



Slide 32 - Slide

Verder oefenen
met cito opgaven

Slide 33 - Slide

Hoe nuttig vond je dit opfriscursus?
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll