H2.1 - H2.2

Economie
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Economie

Slide 1 - Slide

Deze les:
1. Uitleg formatieve toets
2. LessonUp quiz H2.1 + H2.2
2. Nakijken H2.1 + H2.2
3. Maken blz. 60 opdracht 1 t/m 9


Slide 2 - Slide

Formatieve toets
Vrijdag 3 november
10.45 - 11.30 uur lokaal 202

Je hebt bij je: een laptop/ ipad van jezelf met inloggegevens van pincode
Anders een laptop met inloggegevens van school
Heb je dit niet geregeld voor de les begint? Dan kom je vrijdagmiddag terug om 15.00 uur. 

Slide 3 - Slide

Wat hebben we gehad in H2.1 + H2.2?

Slide 4 - Slide

Wat is een dagelijkse uitgaven?
A
Internet abonnement
B
Nieuwe fietsband
C
Brood bij de bakker
D
Netflix

Slide 5 - Quiz

Dagelijkse uitgaven
Vaste lasten
Reserveringen

Slide 6 - Drag question

Wat is budgetteren?
A
geld opzij leggen
B
op elkaar afstemmen van inkomsten en uitgaven.
C
prioriteiten stellen
D
een aankoopbeslissing nemen

Slide 7 - Quiz

Een scooter kost €1500. Deze wil je over 7 maanden kopen. Hoeveel moet je reserveren per maand?

Slide 8 - Open question


Je betaalt om een auto te kopen. Maar als de auto eenmaal van jou is, blijf je kosten houden.
Welke van onderstaande voorbeelden is geen voorbeeld van autokosten
A
brandstof
B
wegenbelasting
C
verzekering
D
administratie kosten

Slide 9 - Quiz

Iemand die betaalt aan de kassa
Iemand die de helft van zijn zakgeld in een oude portemonnee bewaart
Ieman die de prijs van twee artikelen vergelijkt
Reken-middel
Ruil-middel
Spaar-middel

Slide 10 - Drag question

Je hebt chartaal geld en giraal geld. Wat is chartaal geld?
A
Geld in je zak
B
Geld op je rekening

Slide 11 - Quiz

Een creditsaldo betekent dat:
A
Je banksaldo positief (boven € 0,- is)
B
Je banksaldo negatief (onder € 0,- is)
C
Je banksaldo neutraal is ( gelijk aan €0,-)

Slide 12 - Quiz

Nieuw saldo berekenen:
Pieter heeft € 500,- op zijn bank staan op 1 januari
Op 4 januari koopt hij een tafel van € 250,-
Op 20 januari krijgt hij € 300,- loon.
Hoeveel euro heeft Pieter op 31 januari op zijn bank staan?

Slide 13 - Open question

Het aanbod van geld wordt geleverd door ...
A
de banken
B
de overheid
C
de leners
D
de spaarders/beleggers

Slide 14 - Quiz

Hoe zat dat ook al weer met inflatie? Door de inflatie kan je...
A
meer kopen
B
minder kopen

Slide 15 - Quiz

ECB verhoogt de rente. Welke redenen kan de ECB hebben om dit te doen?
A
De ECB wil dat consumenten meer gaan besteden.
B
De ECB wil dat consumenten minder gaan besteden.
C
De ECB wil dat de inflatie hoger wordt.
D
De ECB wil dat de inflatie lager wordt.

Slide 16 - Quiz

H2.1 + H2.2 af?
Laat het zien -> dan mag je nakijken

Klaar? 
Maken blz. 60 opdracht 1 t/m 9


Slide 17 - Slide