What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Zebra thema 31 woorden
Doelen
Je kent de woorden van Zebra 31 en 32.
Je weet welke woorden je misschien nog moet herhalen.
Advies: woordenschrift en pen bij de hand.
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Doelen
Je kent de woorden van Zebra 31 en 32.
Je weet welke woorden je misschien nog moet herhalen.
Advies: woordenschrift en pen bij de hand.
Slide 1 - Slide
noem verschillende
soorten stoffen
Slide 2 - Mind map
Wat is het meervoud van bacterie
Slide 3 - Open question
Wat is een synoniem voor de spullen?
Slide 4 - Open question
Wat is de tegenstelling van besmetten? en welk bijvoeglijk naamwoord is afgeleid van besmetten
Slide 5 - Open question
Wat is het verschil tussen verhitten en verwarmen?
Slide 6 - Open question
Het woord 'behoefte' heeft een vast voorzetsel en een vast werkwoord. Welke woorden zijn dat?
behoefte .................... ..............
Slide 7 - Open question
synoniemen voor
1 dwingend vragen
2 de hoeveelheid
3 het eten
Slide 8 - Mind map
Ken jij een voedingsmiddel
waar ijzer in zit?
Slide 9 - Mind map
Gek zijn op iemand is positief
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Het woord 'bewust' heeft een vast voorzetsel en een vast werkwoord en er hoort nog een persoonlijk voornaamwoord bij. Welke woorden zijn dat?
............bewust ........................ ..........................
Slide 11 - Open question
Wat gebeurt er als een appel bederft?
Slide 12 - Open question
i.p.v. betekent ....
Slide 13 - Open question
het voltooid deelwoord van produceren =
ik heb .........
Slide 14 - Open question
thema 32 Wat is de definitie van een consument?
Slide 15 - Open question
noem eten dat je zeker niet
rauw wilt eten
Slide 16 - Mind map
Ken jij een beroep waar het woord 'verslag' in voorkomt?
Slide 17 - Open question
Heb je wel eens een miskoop gedaan? Je mag er kort iets over vertellen.
Slide 18 - Open question
Het woord 'invloed' heeft een vast voorzetsel en een vast werkwoord. Welke woorden zijn dat?
invloed ....................... ...................
Slide 19 - Open question
naar voren komen =
Slide 20 - Open question
Geef een voorbeeld van een nuttig dier en leg uit waarom dat dier nuttig is.
Slide 21 - Open question
Einde van deze opdracht. Welke woorden moet je nog herhalen?
Slide 22 - Open question
More lessons like this
2223 Woordenschat les 3
October 2022
- Lesson with
47 slides
Nederlands
Hoger onderwijs
Woorden met een vast voorzetsel
May 2020
- Lesson with
12 slides
by
Numo
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Numo
Woordenschat les 3
October 2021
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Hoger onderwijs
herhalingsles lidwoorden/onderlijnen/onderstrepen/werkwoorden simpel
January 2024
- Lesson with
15 slides
Okan
Secundair onderwijs
Voorzetselvoorwerp
October 2024
- Lesson with
43 slides
L5_Het voorzetselvoorwerp
March 2022
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
SCC M11 L1 Het voorzetselvoorwerp
December 2022
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
D5L2: Het voorzetsel en voorzetselvoorwerp
October 2021
- Lesson with
51 slides
Nederlands
Secundair onderwijs