9: tekststructuur

4H - Stoomcursus Leesvaardigheid 
Les 9 van 12
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4H - Stoomcursus Leesvaardigheid 
Les 9 van 12

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Globale planning per week

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik vorige les, jullie vragen
  • Jullie vraag over 'antwoordenboekje' in Teams
  • -> vragenhalfuurtje Teams (kanaal: volg de les online) op vrijdag 26-3, van 14.30 - 15.00 uur
  • Grootste gedeelte toets: reproductie kennis en toepassen in situaties waarmee je geoefend hebt; daarnaast beetje: toepassen in nieuwe situaties en inzicht (nieuw vraagstukken)
  • Verder in toets: signaalwoorden & tekstverbanden, onderwerp, hoofdgedachte, tekstsoorten en - doelen, inleiding/middenstuk/slot, vaste tekststructuren, alinea's, kernzinnen, deelonderwerpen, titels en tussenkopjes. Deze keer: géén argumentatiestrurcturen!
  • De toets telt 3x mee
  • Andere vragen?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Terugblik vorige les, het huiswerk

  •  Huiswerk: opdracht 17 en 18 bij 'leer sneller, maar vooral effectiever lezen'
  • 17: hoe moet een lezer volgens hoogleraar Hagoort lezen om tot in goed tekstbegrip te komen (eigen woorden)
  • -> Een lezer moet niet alleen voorwaarts lezen, maar ook af en toe teruglezen
  • 18 a): Wat is de conclusie van de schrijver van de tekst over de methode voor snel lezen? b) Op welke grappige manier probeert hij in het slot zijn gelijk aan te tonen?
  • -> a) Hij is sceptisch over het nut van snelleestrainingen, Geconcentreerd lezen doe je door een tekst goed en met voldoende aandacht te lezen-
  • -> b) Hij heeft een foutje in de tekst gestopt waar veel lezers - snel en onaandachtig- overheen hebben gelezen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Nu eerst: herhaling!

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat waren ook alweer de drie
basiscomponenten van communicatie?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions



Bedenk een hoofdgedachte
bij dit plaatje

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Waarom denk je dat mensen vaak zeggen dat je een inleiding pas ná het middenstuk moet schrijven?

Slide 8 - Open question

Als je achteraf de inleiding schrijft, word je achteraf gedwongen nog eens grondig naar je tekst te kijken en kritisch te letten op de strekking en de opbouw ervan.
5 Tekststructuren

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen § 5
  1. Ik weet wat een vaste tekststructuur is en welke zeven vaste tekststructuren er zijn.
  2. Ik kan me oriënteren op een tekst en daarin de structuur herkennen.
  3. Ik kan uitleggen waarom een bepaalde structuur bij een tekst past.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welke tekststructuren
ken je nog uit 3 havo?

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Vaste tekststructuren (p. 63 theorieboekje)
Naam
Inleiding
Kern
Slot
 Aspectenstructuur
onderwerp
aspecten van onderwerp
samenvatting

Vraag-antwoordstructuur
vraag
mogelijke antwoorden
samenvatting / beste antwoord
Verleden-heden-toekomststructuur
onderwerp
situatie vroeger 
situatie nu
conclusie / 
toekomstverwachting
Voor-en-nadelen-structuur
vraag of stelling
voordelen
nadelen
afweging / conclusie
Argumentatiestructuur
stelling
(tegen)argumenten
weerleggingen
conclusie / stelling
Verklaringsstructuur
verschijnsel
kenmerken/voorbeelden
oorzaken/verklaringen
conclusie / meest waarschijnlijke verklaring
Probleem-oplossingsstructuur
probleemstelling
beschrijving, oorzaken, gevolgen en oplossingen
beste oplossing

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Waarom is het nuttig om te weten welke tekststructuren er zijn?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Het nut
Voor de lezer
Je weet wat je kunt verwachten van een tekst en je kunt gericht zoeken naar de informatie die je nodig hebt.

Voor de schrijver
Je creëert een logische route door je tekst en kunt informatie beter ordenen.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Een check!
Stel: je moet een tekst schrijven met als onderwerp Taalverloedering door straattaal.
1) Formuleer een hoofdgedachte.
2) Kies een passende tekststructuur (zie p. 63).
Drie minuten bedenktijd, 
daarna intypen
 in LessonUp!
timer
3:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

1) Wat is je hoofdgedachte?
2) Welke tekststructuur past daarbij?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Aan de slag!
Je start met de verwerking van de theorie. Deze vind je op pagina 62-63 van het theorieboekje.
  • Maak de verkenningsopdrachten 1 t/m 4 in het oefenboekje op pagina 46.
  • Klaar? Kies uit opdracht 5, 7 en 8 één opdracht om te maken. 
  • Klaar? Lees alvast de tekst op pagina 48.
timer
10:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wederom, een korte check
Je krijgt zo drie situaties voorgeschoteld. Welke tekststructuur past bij de beschreven situatie?

Nota bene: tekststructuren passen dus niet alleen bij geschreven teksten, maar ook bij gesprekken!

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Stel: je hebt slecht kunnen leren voor de toetsweek en nu heb je vier onvoldoendes. Je praat hierover met je mentor. Welke structuur kies je voor dat gesprek?
A
aspectenstructuur
B
argumentatiestructuur
C
vraag-antwoordstructuur
D
probleem-oplossingsstructuur

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Stel: je hebt in de toetsweek vijf achten gehaald, nice! Je mentor komt even met je kletsen en wil graag weten wat jij zo goed hebt gedaan. Welke tekststructuur verwacht je in dat gesprek?
A
argumentatiestructuur
B
voor-nadelenstructuur
C
verklaringsstructuur
D
verleden-heden-toekomststructuur

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Stel: je hebt van klasgenoten gehoord dat de docent van natuurkunde echt geweldig is. Nu wil jij ook natuurkunde in je pakket! Je twijfelt nog wel, want je overziet het niet allemaal. Welke structuur past bij een gesprek over deze kwestie?
A
aspectenstructuur
B
verklaringsstructuur
C
voor- en nadelenstructuur
D
verleden-heden-toekomststructuur

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerk
  • Zorg dat de antwoorden op vraag 1 t/m 4 en 5/7/8 (kies er één) in je schrift staan!
  • Alvast voorbereiden? Lees de tekst op pagina 48 (OB) alvast.

Volgende les
We lezen samen de tekst en maken opdracht 9 t/m 14.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

This item has no instructions