Naar de dokter (woordenschat en spreekoefening)

Naar de dokter (woordenschat en spreekoefening)
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Naar de dokter (woordenschat en spreekoefening)

Slide 1 - Slide

Ziek!
Luister naar juf M.

Zij vertelt over: 
  • de themometer                      
  • de koorts
  • de dokter
  • klachten
  • het probleem
  • de keelontsteking
  • de afspraak
  • medicijnen
  • het recept
  • de apotheek
  • last hebben van .... 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat is dit?
A
de meter
B
de thermometer
C
het medicijn
D
de pillen

Slide 4 - Quiz

Koorts:
Wanneer heeft iemand koorts?
A
Als hij hoofdpijn heeft.
B
Als de benen en armen pijn doen.
C
Als zijn hoofd warm aanvoelt.

Slide 5 - Quiz

Wie is dit?

Slide 6 - Open question

Wat zie je hier?
A
de dokter
B
de afspraak
C
het recept
D
de medicijnen

Slide 7 - Quiz

Wat zie je?
A
de pillen
B
de hoofdpijn
C
het recept
D
het drankje

Slide 8 - Quiz

Wat zie je?
A
de dokter
B
de apotheek

Slide 9 - Quiz

Ziek

Ali is ziek. Hij heeft last van zijn keel en gaat naar de dokter.
De dokter vraagt waar hij last van heeft. 
De dokter kijkt en vraagt aan Ali.
Dan schrijft de dokter een briefje, een recept voor Ali.
'Ga dit maar bij de apotheek halen', zegt de dokter.
De apotheker geeft Ali een potje met pillen.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Oefenen gesprek bij de dokter

Slide 12 - Slide