1. kan ik uitleggen wat er goed ging bij de toets.
2. kan ik uitleggen wat er minder goed ging bij de toets.
3. kan ik uitleggen wat ik moet doen om mijn resultaten te verbeteren.
Slide 2 - Slide
Een open vraag beantwoorden
- Herhaal de vraag in je antwoord.
- Begin de zin met een hoofdletter.
- Eindig de zin met een punt.
- Vermijd lange zinnen. Gebruik zonodig komma's - maar niet meer dan één.
- Lees je zinnen altijd nog eens na. Begrijpt de lezer wat er staat?
Slide 3 - Slide
Vraag 1
Vier van de volgende:
vroeger, later, nu eerst, daarna, vervolgens, nadat, dadelijk, terwijl, intussen, tijdens, inmiddels, sinds
4 punten in totaal, 1 punt per correct signaalwoord.
Slide 4 - Slide
Vraag 2
Het onderwerp van de tekst is: C hitteplannen.
Als je de tekst oriënterend leest - inleiding en slot - kom je tweemaal duidelijk 'hitteplannen' tegen.
2 punten.
Slide 5 - Slide
Vraag 3
De tekst wordt ingeleid met: A door een duidelijke mening te geven.
Zie laatste zin alinea 1: 'Daarom zijn goede hitteplannen nodig.'
2 punten.
Oefen hiermee! Dit komt veel terug.
Slide 6 - Slide
Vraag 4
B Ze maakt zich zorgen over de toename van het aantal hittegolven en de slechte voorbereiding op de gevolgen daarvan.
--> Onderwerp is hitteplannen. Probleem is hittegolven en de slechte voorbereiding.
2 punten.
Slide 7 - Slide
Vraag 5
A een oorzaak – gevolg. --> 'Als gevolg van'
2 punten.
Slide 8 - Slide
Vraag 6
a D een voorwaarde. --> 'Alleen als, dan….'
2 punten.
Slide 9 - Slide
Vraag 7
D Voorbereiden op hitte.
In alinea 3, voorafgaand aan start opsomming ‘ten eerste’……: Alleen als we ons goed voorbereiden op klimaatverandering dan kunnen we het aantal doden door warmte terugdringen. Nederland staat voor drie grote uitdagingen die we dringend moeten aanpakken.
2 punten.
Slide 10 - Slide
Vraag 8
1 Ten eerste … kunnen bereiken. (al. 4)
2 Ten tweede … eigen leefomgeving. (al. 7)
3 Ten slotte … lokale hitteplannen. (al. 10)
3 punten.
Citeren!!! Er staat precies bij hoe je het moet doen: Noteer steeds de eerste en de laatste twee woorden. Nummer de citaten. Niet precies zo gedaan, dan fout.
+ Citaat begint nooit midden in een zin. Citeer ook niet een hele alinea, dat is niet kernachtig/precies genoeg. Opsommings-signaalwoorden geven het aan.
Slide 11 - Slide
Vraag 9
C alinea 5 is een toelichting bij alinea 4.
Alinea 4 gaat over: grootste groep is kwetsbare ouderen, die steeds langer thuis blijven wonen.
Alinea 5 gaat over: toelichting waarom ouderen dan zo kwetsbaar zijn.
Lees de hele alinea! Niet alleen de laatste zin van 4 en de eerste zin van 5.
2 punten.
Slide 12 - Slide
Vraag 10
De schrijver lijkt hiermee te accepteren dat functionaliteit belangrijker is dan mooi.
Zie laatste zin: nut gaat boven mooi.
2 punten.
Slide 13 - Slide
Vraag 11
A Er wordt een conclusie getrokken en een dringend advies gegeven.
2 punten.
Slide 14 - Slide
Vraag 12
A Er zullen in de toekomst steeds meer warme zomers voorkomen waardoor het nodig is effectieve hitteplannen te maken om met hitte om te gaan.
Onderwerp van de tekst moet ook in hoofdgedachte zitten = hitteplannen. Kiezen tussen A en D. Niet D, want gaat niet alleen over kwetsbare groepen. A vat hele tekst samen in een zin.
2 punten.
Slide 15 - Slide
Grammatica: vraag 1
C Zet de zin in een andere tijd.
Slide 16 - Slide
Vragen 2 en 3
2 punten per perfecte benoemde zin. 0,5 pt. aftrek per fout.
Slide 17 - Slide
Vragen 4, 5, 6, 7
4, 5, 7 = 1 pt. 6 = 2 pt. bij alle drie goed.
Slide 18 - Slide
Vraag 8
A juist.
1 punt.
Slide 19 - Slide
Vragen 9, 10, 11
1 punt per zin, indien alles goed benoemd.
Slide 20 - Slide
Vraag 12
A, C, D, E
2 punten. Aftrek per ft = 0,5
Slide 21 - Slide
Totaal
Maximaal 43 punten te behalen.
60% goed = 6
Slide 22 - Slide
Toetsbespreking - inzicht
- Pak je laptop;
- Ga naar de volgende website: https://forms.office.com/e/uRFjj8b6bD
- Vul de vragen over de toetsbespreking in.
Slide 23 - Slide
Donderdag
- eerste 20 minuten: vooruitblik periode 3. Lees de studiewijzer alvast.