Gebruik daarbij de zes argumenten:
1) structureel (onderwerp, tijd, motieven)
2) emotioneel (raakt het je?)
3)intentioneel (wat is de bedoeling van de schrijver?)
4) moreel (normen/waarden)
5) realistisch (herken je jouw wereld, inleven?)
6) stilistisch - schrijfstijl (moeilijk, gemakkelijk; hoe komt dat?)