Herhaling H2: Genoeg voor iedereen

Herhaling Hoofdstuk 2
Genoeg voor iedereen?
1 / 29
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhaling Hoofdstuk 2
Genoeg voor iedereen?

Slide 1 - Slide

Ethiopië?

Slide 2 - Mind map

De belangrijkste oorzaken van hongersnoden in de wereld zijn natuurrampen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Genoeg voedsel, maar op de verkeerde plekken
Er wordt wereldwijd meer dan genoeg voedsel geproduceerd.
Maar niet alle landen hebben er evenveel toegang tot.
Het voedselvraagstuk is dus ook een verdelingsvraagstuk.

Slide 4 - Slide

Quote van het WHO
Overweight and obesity are linked to more deaths worldwide than underweight. Most of the world's population live in a country where there are more people overweight and obese than underweight. This includes all high-income and middle-income countries.

Slide 5 - Slide

Voedselvraagstuk = verdelingsvraagstuk
  • Burgeroorlogen zorgen voor voedseltekorten in Noord-Ethiopië. 
  • Droogte zorgt voor voedseltekorten in het oosten.
  • Terwijl er in het midden en zuiden genoeg voedsel is. 

Slide 6 - Slide

Globalisering

Slide 7 - Slide

Wat is de juiste volgorde bij de transporttheorie van Ullman?
Complementariteit
Transporteerbaarheid
Tussenliggende mogelijkheden

Slide 8 - Drag question

Interactietheorie van Ullman
Voorwaarden voor vervoersstroom:
  1. Complementariteit
  2. Transporteerbaarheid
  3. Geen tussenliggende mogelijkheden

Slide 9 - Slide

Geef 3 redenen waardoor er oneerlijke concurrentie bestaat op de wereldmarkt.

Slide 10 - Open question

Oneerlijke concurrentie
Als een boer zijn product op de wereldmarkt wil verkopen, moet hij concurreren met talloze andere boeren uit vele landen. Die concurrentie verloopt niet altijd rechtvaardig, door handelspolitiek. Waarom?
Reden 1: Landbouwsubsidies
Reden 2: Invoertarieven
Reden 3: Dumping

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

In een welvarende samenleving komt kwalitatieve ondervoeding voor.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Verschillen in ondervoeding
Wat is het verschil tussen kwantitatieve honger en kwalitatieve honger?

  • Bij kwantitatieve honger eet je gewoon te weinig, je krijgt onvoldoende calorieën binnen om fit te blijven.
  • Bij kwalitatieve honger eet je eenzijdig, bijvoorbeeld alleen rijst. Je krijgt dan te weinig vitamines en mineralen om gezond te blijven.

Slide 14 - Slide

De verdeling van de beroepsbevolking over de verschillende economische sectoren zegt veel over het ontwikkelingspeil van een land.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Economische dimensie
A = Verdeling van de beroepsbevolking.

B = bijdrage van de sectoren aan het bnp van Ethiopië.

Slide 16 - Slide

Fysische dimensie
Grote verschillen in klimaat/
neerslag in Ethiopië.
Ethiopische Hoogland: 
+ groen
+ regenrijk
+ watertoren Oost-Afrika
Laaggelegen gebieden in Ethiopië:
+ droger en heter
+ savanne / steppe landschappen

Slide 17 - Slide

Fysische dimensie
Neerslag is belangrijk voor de Ethiopische boer: 

  • feb-mei: kleine regentijd
  • juni-sep: grote regentijd
  • overig: droge tijd 

Slide 18 - Slide

Groene druk?

Slide 19 - Mind map

De verwachting is dat de bevolking van Ethiopië snel groeit. Geef hiervoor 4 oorzaken.

Slide 20 - Open question

Demografische dimensie
Ethiopië heeft ruim 115 miljoen inwoners.

Verwachting is dat de bevolking snel groeit (in 2050 al 200 miljoen inw.)

Oorzaken
  • hoog geboortecijfer
  • hoog vruchtbaarheidscijfer
  • eerste kind op gemiddeld 19 jarige leeftijd
  • jonge bevolking 

Slide 21 - Slide

Demografische dimensie
Overgrote meerderheid van de bevolking in Ethiopië woont op het platteland.
  •  Steeds meer mensen naar de stad vanwege armoede op het platteland.

In de stad: 
  • Grotere kans op scholing.  
  • Grotere kans op beter inkomen en voedselzekerheid. 
Een Ethiopisch kind gaat gemiddeld 10 jaar korter  naar school dan een Nederlands kind.

Slide 22 - Slide

Sociaal-culturele dimensie
Ethiopiërs identificeren zich sterk met hun eigen bevolkingsgroep.
  • 89 bevolkingsgroepen met een eigen cultuur.
  • Onrust: hoe meer macht, hoe beter je voor jezelf en je eigen bevolkingsgroep kunt zorgen.

Slide 23 - Slide

Wat wordt er bedoeld met sociale stratificatie?
A
De waardering die een samenleving aan een positie hecht in relatie tot andere posities
B
De manier waarop een persoon zich gedraagt in het sociale verkeer
C
Het aanpassen van je plek in de hiërarchie
D
De manier waarop de samenleving mensen rangschikt in bepaalde categorieën, lagen, klassen etc.

Slide 24 - Quiz

Politieke dimensie

Slide 25 - Slide

Economische dimensie
  • Ethiopië armste landen van Afrika (1/5 leeft onder de armoedegrens)
Wel economische groei en groei koopkracht. Helaas alleen voor een kleine elite (hogere militairen, politici en bestuursambtenaren).
  • Landbouw: lage productiviteit per persoon/ per hectare
Erven van grond: iedereen krijgt evenveel.


Slide 26 - Slide

Waarom is de ontwikkelingssamenwerking (in Ethiopië) tegenstrijdig?

Slide 27 - Open question

Waarom is de ontwikkelingssamenwerking tegenstrijdig?
Aan de ene kant..
  • Voedselhulp.

Aan de andere kant..
  • Handelspolitiek: dumping en invoertarieven.

Slide 28 - Slide

Oefenen met begrippen
  • Ga naar LB
  • §2.5: Finish
  • Maak §2.5 > B: Oefenen met alle begrippen


Slide 29 - Slide