Woche 49

H3 Duits, week 49
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

H3 Duits, week 49

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Beginopdracht
Schrijf achter elk voorzetsel of dit
met een 3e of 4e naamval gaat:

Voorbeeld: zu = 3
6. seit = 
11. für = 
2. durch = 
7. gegenüber = 
12. bei = 
3. aus = 
8. ohne = 
13. gegen = 
4. entlang = 
9. um = 
14. von = 
5. mit = 
10. nach = 
15. bis = 

Slide 3 - Slide

Diese Woche:
Dienstag (40 Min.)

Beginopdracht
Woordjes G
Hören: Aufgabe 17
Lesen (1/2)
Hausaufgaben
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Lesen (2/2)
Montag (80 Min.)

Beginopdracht
Herhaling Grammatik E
An die Arbeit
Sehen: Aufgabe 19
Hausaufgaben

Slide 4 - Slide

Stappenplan
Stap 1: Staat er een voorzetsel of moet je de zin ontleden (ow, mv, lv)? Bepaal welke naamval je nodig hebt. 

Stap 2: Kijk naar het zelfstandig naamwoord dat bij het lidwoord hoort dat je moet invullen. Welk geslacht heeft dat? 

Stap 3: Heb je een woord uit de der-Gruppe of ein-Gruppe nodig? 
Kies de juiste vorm uit de tabel (bij het oefenen gebruik je blz. 161). 

Slide 5 - Slide

An die Arbeit
Aufgabe 14 (blz. 98):
Dit is herhaling over ontleden. Dus: Ga in elke zin op zoek naar het onderwerp, meewerkend voorwerp en lijdend voorwerp. 

Aufgabe 15 (blz. 99):
Dit is een mix tussen ontleden en voorzetsels. Dus: Gebruik het stappenplan dat je net in je schrift opgeschreven hebt. 

10 min. zelfstandig & in stilte werken, daarna 10 min. samenwerken! 

Slide 6 - Slide

Sehen
Aufgabe 19
blz. 102

Beantwoord de vragen in het Nederlands.

Slide 7 - Slide

Hausaufgaben für Dienstag
- Leren: Grammatik E, blz. 119

- Leren: woordenlijst D/F, tweede helft, "die Alpen" t/m "viel - mehr" (blz. 115)



Slide 8 - Slide

Beginopdracht


Maak Aufgabe 22 op blz. 103.
Doe dit 5 minuten zelfstandig & in stilte. 

Slide 9 - Slide

Diese Woche:
Dienstag (40 Min.)

Beginopdracht
Woordjes G
Hören: Aufgabe 17
Lesen (1/2)
Hausaufgaben
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Herhaling 
Grammatik E
Lesen (2/2)
Hausaufgaben
Montag (80 Min.)

Beginopdracht
Herhaling Grammatik E
An die Arbeit
Sehen: Aufgabe 19
Hausaufgaben

Slide 10 - Slide

Woordjes G
blz. 115


1/3

Slide 11 - Slide

Hören
Aufgabe 17
blz. 100

Slide 12 - Slide

Lesen (1/2)
Aufgabe 13
blz. 94-95

Lees de tekst en beantwoord de vragen. De open vragen beantwoord je in het Nederlands. 

Slide 13 - Slide

Hausaufgaben für Donnerstag
- Maken: Aufgabe 13 (blz. 94-95).

- Leren: woordenlijst G, eerste helft, "der Baum" t/m "das Blatt" (blz. 115).

Slide 14 - Slide

Beginopdracht
Vertaal:

Versie A
Versie B
het blad
het bos
de bomen
de klimaatverandering
de plant
de stad
de soort
het gebrek
het noorden
het zuiden

Slide 15 - Slide

Diese Woche:
Dienstag (40 Min.)

Beginopdracht
Woordjes G
Hören: Aufgabe 17
Lesen (1/2)
Hausaufgaben
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Toetsvoorbereiding: Herhaling 
Grammatik E
Lesen (2/2)
Hausaufgaben
Montag (80 Min.)

Beginopdracht
Herhaling Grammatik E
An die Arbeit
Sehen: Aufgabe 19
Hausaufgaben

Slide 16 - Slide

Herhaling Grammatik E
Training Kapitel 3, blz. 146:

Aufgabe 2: Kies per zin de juiste lidwoorden. Let op de voorzetsels!
Aufgabe 3: Vertaal de voorzetsels en de voornaamwoorden. Let erop welke naamval je moet gebruiken!

Klaar? = Aufgabe 13 (blz. 96-97). Lees de tekst & beantwoord de vragen.

Slide 17 - Slide

Lesen (2/2)
Aufgabe 13
blz. 96-97

Lees de tekst en beantwoord de vragen. De open vragen beantwoord je in het Nederlands. 

Slide 18 - Slide

Hausaufgaben für Montag
- Maken: Aufgabe 13 (blz. 96-97) & Training Aufgabe 2 + 3 (blz. 146). 

- Leren: woordenlijst G, tweede helft, "das Dorf" t/m "wachsen" (blz. 115).

Slide 19 - Slide