Paragraaf 4 spanning

Paragraaf 4 spanning
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Paragraaf 4 spanning

Slide 1 - Slide

Tijdssprongen in het verhaal
Je leert het verschil tussen actiespanning en psychologische spanning herkennen.
Spanning: soorten en gebruik
Nederlands
Cursus 3 paragraaf 4
Opdracht 1 klassikaal
2 opdrachten kiezen uit opdr. 2 tot en met 4
Hebben we het doel behaald?
Geen

Slide 2 - Slide

Woord van de week
Wie?
Tonton

Slide 3 - Slide

Theorie

Slide 4 - Slide

Fictie 
Spanning in verhalen: 

Hoe maakt een schrijver een verhaal spannend?

Slide 5 - Slide

Spanning in verhalen
- Het verhaal speelt zich in een gevaarlijke omgeving.
- De hoofdpersoon moet een raadsel of probleem oplossen.
- Er is sprake van een cliffhanger.
- Je bent bijna bij de oplossing maar eerst is er nog uitstel.

Slide 6 - Slide

Spanning in verhalen
De hoofdpersoon bevindt zich in een gevaarlijke situatie of gevaarlijke omgeving.

Slide 7 - Slide

Spanning in verhalen
De hoofdpersoon moet een raadsel of probleem oplossen. 

Slide 8 - Slide

Spanning in verhalen
Een hoofdstuk eindigt met een cliffhanger: een onderbreking van het verhaal op een heel spannend moment.

Slide 9 - Slide

Spanning in verhalen
  • Je krijgt door aanwijzingen in het verhaal een vermoeden over hoe het afloopt, maar je weet nog niet precies hoe het zit.
  • Het verhaal krijgt een onverwachte wending: er gebeurt plotseling iets wat je niet had verwacht.
  • Je bent bijna bij de ontknoping, maar de
    schrijver laat je nog even wachten: uitstel.

Slide 10 - Slide

Spanning in verhalen
Actiespanning: 
Je herkent actiespanning vaak aan een ‘gejaagde’ stijl: de gebeurtenissen volgen elkaar in hoog tempo op.
Psychologische spanning:
Je herkent psychologische spanning door open 
plekken, een cliffhanger, een tijdsprong, identificatie met  hoofdpersoon.

Slide 11 - Slide

Trucs voor spanning in verhalen
1. Spannende/griezelige omgeving, geluiden en personen
2. Gevaarlijke situaties
3. Geheim of raadsel
4. Uitstellen van het onthullen van het geheim of raadsel
5. Je krijgt een vermoeden over de afloop
6. Onverwachte gebeurtenis
7. Cliffhanger

Slide 12 - Slide

Vragen?

Slide 13 - Slide

Aan het werk
Cursus 3 paragraaf 4

Opdracht 1 klassikaal
2 opdrachten kiezen uit opdr. 2 tot en met 4
timer
10:00

Slide 14 - Slide