Lesdoel: Je leert synoniemen en verwijswoorden gebruiken om te variëren in woordgebruik.
Slide 17 - Slide
Variatie in woordgebruik
Lees de volgende zin:
De honden van Maxim stoeien met elkaar verderop op het strand. Dan roept Maxim dat de honden moeten komen, maar de honden negeren Maxims bevel en stoeien gewoon door. Waarom blijven die honden stoeien, als ik mijn honden roep? vraagt Maxim zich af.
Slide 18 - Slide
Zoals je aan het voorbeeld ziet, wordt een tekst saai als je steeds dezelfde woorden gebruikt. Het is beter om variatie aan te brengen:
Slide 19 - Slide
Variatie in woordgebruik
De honden van Maxim stoeien met elkaar verderop op het strand. Dan roept hij dat ze moeten komen. Maar de viervoeters negeren zijn bevel en ravotten gewoon door. Waarom blijven die beesten spelen als ik ze roep? vraagt hij zich af.