Fictie: spanning

Open je boek alvast op blz. 78
Log in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

§4 Spanning
Voordat we beginnen:
WELKOM 2HC
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Open je boek alvast op blz. 78
Log in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

§4 Spanning
Voordat we beginnen:
WELKOM 2HC

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Spanning in verhalen
De hoofdpersoon bevindt zich in een gevaarlijke situatie of gevaarlijke omgeving.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Spanning in verhalen
De hoofdpersoon moet een raadsel of probleem oplossen. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Fictie 
Spanning in verhalen: 

Hoe maakt een schrijver een verhaal spannend?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Spanning in verhalen
Een hoofdstuk eindigt met een cliffhanger: een onderbreking van het verhaal op een heel spannend moment.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Spanning in verhalen
  • Je krijgt door aanwijzingen in het verhaal een vermoeden over hoe het afloopt, maar je weet nog niet precies hoe het zit.
  • Het verhaal krijgt een onverwachte wending: er gebeurt plotseling iets wat je niet had verwacht.
  • Je bent bijna bij de ontknoping, maar de
    schrijver laat je nog even wachten: uitstel.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Spanning in verhalen
Actiespanning: 
Je herkent actiespanning vaak aan een ‘gejaagde’ stijl: de gebeurtenissen volgen elkaar in hoog tempo op.
Psychologische spanning:
Je herkent psychologische spanning door open 
plekken, een cliffhanger, een tijdsprong, identificatie met  hoofdpersoon.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

'De seconden verstreken langzamer, het was overal stil en de parachute zweefde door de rook omlaag naar de zilverkleurige zee. Wat was dat? Snel hield ik de telescoop weer voor mijn oog. In het ondiepe water vlak bij het zuidstrand zag ik een roeiboot, en twee riemen die op en neer gingen, zodat het donkere water rimpelde. Iemand anders moest het luchtgevecht ook hebben gezien. Iemand anders moest de bommenwerper ook hebben zien neergaan en die parachute als een geest omlaag hebben zien zweven. En wie het ook was, hij was blijkbaar van plan de Luftwaffe-piloot te redden.'

Fragment uit 'Ons kasteel aan zee' van Lucy Strange
A
Spanning én sensatie
B
Intellectuele spanning
C
Sensatie
D
Emotionele spanning

Slide 9 - Quiz

We gaan oefenen met een paar tekstfragmenten.

Antwoord: intellectuele spanning.

In dit fragment beleven we alles door de ogen van de hoofdpersoon. We weten net zoveel als zij. Ze is een mysterie aan het oplossen over verraders in het dorp. En in dit fragment ontdekt ze nieuwe informatie die ze als een puzzelstukje aan haar onderzoek kan toevoegen. En de lezer puzzelt met haar mee. 
'We waren met z'n vieren, maar één van ons gaat dood. Dat kun je maar beter weten. Nu al, voordat ik begin. Eén van ons sterft. Het veranderde alles, dat wel. Maar wij drieën hebben alles doorstaan. De bommen, de branden, de nachten. Wij zijn er nog. Ons leven begint pas net.'

'Aan de overkant van de straat staat een jongen. Hij leunt tegen de muur. De mouwen van zijn overhemd zijn opgerold, zijn armen zitten vol zwarte vegen. Hij kijkt naar me. Ik sta in de rij tussen tweehonderd mensen en toch weet ik het zeker: hij kijkt naar mij.'

Twee ingekorte, achtereenvolgende fragmenten uit 'De Tunnel' van Anna Woltz
A
Spanning én sensatie
B
Intellectuele spanning
C
Sensatie
D
Emotionele spanning

Slide 10 - Quiz

Na dit fragment start het verhaal van vier jongeren aan het begin van de WO2. We volgen hun belevenissen door hun ogen. Maar terwijl je leest weet je dat één van hen de oorlog niet zal overleven. Hierdoor wil je ze steeds waarschuwen vanwege de gevaarlijke dingen die ze doen en gevaar dat daarin schuilt. 

Antwoord: Emotionele spanning. In het verhaal weet je meer dan de personages. Je gaat om ze geven en wilt niet dat er één van hen dood gaat tijdens hun roekeloze acties.
Je boek
Je hebt informatie gehad over:
- setting en sfeer
- tijd
- verhaallijn
- spanning

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!

Cursus 3, par. 4
Blz. 78
Opdracht 1 en 2.
Huiswerk:

- Opdrachten af!
- Je kent alle begrippen van cursus 3 (controle)
- Al een goed boek gekozen? (uiterlijk 16 sept.)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions