This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Vandaag:
- Herhalen paragraaf 1 tm 3
- Opgaven maken paragraaf 3(?)
Slide 2 - Slide
Hoe noem je de kracht die nodig is om iets vooruit te bewegen?
A
Tegenwerkende kracht
B
Kracht
C
Voortstuwende kracht
Slide 3 - Quiz
Met welke letter(symbool) kun je kracht aangeven?
A
K
B
f
C
k
D
F
Slide 4 - Quiz
Wat is de eenheid die we voor kracht gebruiken?
A
Joule
B
Newton
C
kg
D
Ampere
Slide 5 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een tegenwerkende kracht?
A
Rolwrijving
B
Motorkracht
C
Spierkracht
D
Luchtwrijving
Slide 6 - Quiz
Leg in je eigen woorden uit wat er wordt bedoeld met wrijvingskracht.
Slide 7 - Open question
De nettokracht noemen we ook wel de......:
Slide 8 - Open question
Wanneer de voortstuwende kracht even groot is als de tegenwerkende kracht dan is de nettokracht:
Slide 9 - Open question
Een groot schip vaart weg uit de haven. Het schip met lading weegt 184 ton (= 184000 kg). Als het schip de haven uit is na 50 seconde vaart het met een snelheid van 50 km/h. Hoeveel kracht is er nodig om het schip uit de haven te krijgen?
Slide 10 - Open question
Het schip komt aan op bestemming en vaart met een remvertraging van 30 m/s^2. Het schip heeft nog steeds een massa van 184000 kg. Hoe groot is de remkracht?
Slide 11 - Open question
Ik wil een doos veerplaatsen van 5 kg over een afstand van 3 meter. Hoeveel arbeid moet ik leveren?
Slide 12 - Open question
Ik ben op de minigolf baan en ik wil tik een balletje van een heuveltje af. het heuveltje is 0,4 m hoog en het balletje is 0,25 kg. Wat is de snelheid van het balletje onderaan het heuveltje?