Reizen met woorden

Reizen met woorden
Ga naar Lessonup.app
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Reizen met woorden
Ga naar Lessonup.app

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les weet je de betekenis van verschillende woorden binnen het thema reizen.

Slide 2 - Slide

Introduceer het leerdoel van de les en leg uit wat de leerlingen aan het einde van de les zullen kunnen.
TERUGBLIK

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij al over de betekenis van moeilijke woorden opzoeken in een tekst?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Stappenplan

Slide 5 - Slide

Geef een overzicht van de vijf stappen van het stappenplan en leg uit hoe de leerlingen het stappenplan kunnen gebruiken.
Wat gaan we doen
We bekijken en lezen samen de tekst bij les 3 in het werkboek.



Slide 6 - Slide

Introduceer de belangrijkste woorden die de leerlingen zullen leren en geef een korte uitleg over wat reiswoorden zijn.
WAAR GAAT DE TEKST OVER DENK JE?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat is de bron van de tekst?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Is deze tekst betrouwbaar denk je?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Tekst lezen
We lezen samen de tekst door.

Pak een kleurtje

Onderstreep alle woorden waar je de betekenis niet van kent!

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Moeilijke woorden
Betekenis

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 2 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

AAN DE SLAG
Ga in tweetallen op zoek naar de betekenis van de woorden.
Schrijf de betekenis op en met welke stap je deze gevonden hebt. 

Klaar? Ga verder met de opdrachten in Nieuw Nederlands bij Planning. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Ervaring
Ervaring betekent dat je iets hebt meegemaakt of hebt gedaan. Bijvoorbeeld: 'Ik heb veel ervaring met reizen.'

Slide 15 - Slide

Gebruik dit als voorbeeld om te laten zien hoe het stappenplan werkt en laat de leerlingen de betekenis van het woord 'ervaring' bepalen.
Afwisseling
Afwisseling betekent dat je verschillende dingen doet om het interessant te houden. Bijvoorbeeld: 'Ik houd van afwisseling tijdens het reizen.'

Slide 16 - Slide

Laat de leerlingen de betekenis van het woord 'afwisseling' bepalen door middel van het stappenplan.
Avontuur
Avontuur betekent dat je iets spannends doet en niet precies weet wat er gaat gebeuren. Bijvoorbeeld: 'Ik houd van avontuurlijke reizen.'

Slide 17 - Slide

Laat de leerlingen de betekenis van het woord 'avontuur' bepalen door middel van het stappenplan.
Bestemming
Bestemming betekent de plaats waar je naartoe gaat. Bijvoorbeeld: 'Mijn bestemming is Bali.'

Slide 18 - Slide

Laat de leerlingen de betekenis van het woord 'bestemming' bepalen door middel van het stappenplan.
Interessante bezienswaardigheden
Interessante bezienswaardigheden zijn plekken die de moeite waard zijn om te bekijken omdat ze interessant zijn. Bijvoorbeeld: 'Er zijn veel interessante bezienswaardigheden in Parijs.'

Slide 19 - Slide

Laat de leerlingen de betekenis van de woorden 'interessante bezienswaardigheden' bepalen door middel van het stappenplan.
Reisorganisatie
Een reisorganisatie is een bedrijf dat reizen organiseert en verkoopt. Bijvoorbeeld: 'Ik boek mijn reizen altijd bij een reisorganisatie.'

Slide 20 - Slide

Laat de leerlingen de betekenis van het woord 'reisorganisatie' bepalen door middel van het stappenplan.
Afsluiting
Hoe ging het zoeken naar de betekenissen?
Hoe was de samenwerking?
Wat ging goed?
Wat kan er beter?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Nu weet je hoe je moeilijke woorden kunt begrijpen door het stappenplan toe te passen. Gebruik het stappenplan de volgende keer dat je een moeilijk woord tegenkomt!

De woordenschatwoorden komen steeds terug in de aankomende lessen!

Slide 22 - Slide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en moedig de leerlingen aan om het stappenplan te gebruiken wanneer ze moeilijke woorden tegenkomen.