H4 - 4.4 Kracht en snelheidsverandering

H4 Kracht en Beweging - 4.4 kracht en snelheidsverandering
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
- rekenmachine
- Boek
Telefoons in de telefoontas!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H4 Kracht en Beweging - 4.4 kracht en snelheidsverandering
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
- rekenmachine
- Boek
Telefoons in de telefoontas!

Slide 1 - Slide

vandaag
  • socrative test 4.1 - 4.2 - 4.3
  • nakijken en verbeteren t/m 4.3
  • lezen en voorbereiden 4.4
  • maken; 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 43,45
  • Toets H1 en H4:  3 nov
  • Inleveren mindmap of samenvatting 1 nov. 
timer
15:00

Slide 2 - Slide

Stopafstand = reactieafstand - remweg
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz


a) reactietijd =  ............s

b) reactieafstand =  ............... m

c) stopafstand = ............. m

1,0
4,7
23
0,7
16,8
64,8
71

Slide 4 - Drag question

Als iets arbeid verricht dan moet er
A
een afstand worden afgelegd
B
een kracht zijn
C
een kracht zijn en een afstand worden afgelegd
D
een sterke kerel zijn

Slide 5 - Quiz

Een hoeveelheid water wordt verwarmd van 21 graden Celsius tot 33 graden Celsius. Hoe groot is ?
ΔT
A
21 graden Celsius
B
33 graden Celsius
C
54 graden Celsius
D
12 graden Celsius

Slide 6 - Quiz

vandaag
  • Bespreken 4.4 kracht en snelheidsverandering
  • Maken; 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 43,45
  • Nakijken en verbeteren t/m 4.4
  • Maken mindmap/samenvatting of proeftoets

  • Toets H1 en H4:  3 nov
  • Inleveren mindmap of samenvatting 1 nov. 
timer
15:00

Slide 7 - Slide

Leerdoelen:
ik weet wat stoot is
ik kan stoot berekenen
ik kan uitleggen wat de de invloed is van stoot op snelheid
ik kan de snelheidsverandering van een stoot berekenen. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

4.4 Stoot
Een stoot zorgt voor een snelheidsverandering. 
Snelheid kun je vergroten door een grotere kracht uitoefenen of kracht gedurende een lange tijd uit te oefenen. 

Slide 10 - Slide

Twee voorbeelden van stoot

Slide 11 - Slide

Stoot bereken.
Een kracht die een bepaalde tijd werkt zorgt voor een stoot.

Slide 12 - Slide

Als je een zware en een lichte bowlingbal een gelijke stoot geeft. Welke bal krijgt meer snelheid?
A
De lichte bal
B
De zware bal

Slide 13 - Quiz

4.4 Stoot
Hoeveel de snelheid van een voorwerp verandert door een stoot is afhankelijk van de massa van het voorwerp.
Een zwaar voorwerp gaat na een stoot minder snel dan een licht voorwerp door dezelfde stoot. 

Slide 14 - Slide

Stoot en Beweging
De snelheidsverandering door de stoot, is afhankelijk van de massa van het voorwerp.

Slide 15 - Slide

voorbeeld berekening
Frits slaat met een gemiddelde kracht van 2000N tegen een boksbal. met video-opname zie dat hij de bal slechts 0,050 s raakt. De boksbal weegt 80 kg. bereken de snelheid die de boksbal krijgt.
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • F= 2000N.     t = 0,050 s.      m = 80 kg
  • snelheid =? 
  • F x t = m x V 
  •  2000 x 0,050 = 80 x V
  • 100 = 80 x V
  • V= 100 : 80 = 1,25 
  • de snelheid is 1,25 m/s

Slide 16 - Slide

een trein van 70000 kg rijdt met een motorkracht van 35 kN bij een station weg. Na 1 minuut is de trein op zijn eindsnelheid. Bereken de eindsnelheid van de trein.

Slide 17 - Open question

voorbeeld berekening
een trein van 70000 kg rijdt met een motorkracht van 35 kN bij een station weg. Na 1 minuut is de trein op zijn eindsnelheid. Bereken de eindsnelheid van de trein. 
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • F= 35kN = 35000 N     t = 1min = 60 s.      m = 70000 kg
  • snelheid =? 
  • F x t = m x V 
  •  35000 x 60 = 70000 x V
  • 2100000 = 70000 x V
  • V= 2100000 : 70000 = 30 m/s    (30 x 3,6 = 108 km/h) 
  • de snelheid is  30 m/s

Slide 18 - Slide

Aan het werk
  • Maken; 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 43,45
  • Nakijken en verbeteren t/m 4.4 
  • Maken mindmap/samenvatting of proeftoets

Slide 19 - Slide