a Teken een piramide in je schrift. Zet erboven: bevolkingspiramide voor de Franse Revolutie.
b Maak 3 lagen, houd er rekening mee dat de derde stand ongeveer 90% is.
c De derde stand bestaat uit twee lagen dus werk daar met een stippellijn.
d Geef de standen aan aan de linkerkant: 1e, 2e en 3e stand.
e In de piramide noteer je wie bij die stand hoort.
f Aan de rechterkant van de piramide zet je de klachten van die stand.