This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
5 Kan de overheid dat regelen?
5.2 Het huishoudboekje van de overheid
Slide 1 - Slide
5.2 Het huishoudboekje van de overheid
Ik kan 5 voorbeelden geven van inkomsten die de gemeente heeft.
Ik kan uitleggen wat de miljoenennota is.
Ik kan het verschil tussen indirecte en directe belastingen uitleggen aan de hand van een voorbeeld.
Slide 2 - Slide
Inkomsten gemeente
Soorten inkomsten
Gemeentefonds (geld van het Rijk)
Onroerende zaakbelasting
Andere inkomsten
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Inkomsten van de overheid
Soorten belastingen
Directe belastingen: Deze belastingen betaal je rechtstreeks aan de Nederlandse Belastingdienst. voorbeelden: loonbelasting, inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting
Indirecte belastingen: Deze belastingen betaal je aan een winkelier, die deze vervolgens doorstort aan de Nederlandse Belastingdienst. voorbeelden: BTWen accijnzen
Slide 5 - Slide
Inkomsten van de overheid
Andere inkomsten
Premies volksverzekeringen en werknemersverzekeringen
Gasbaten en boetes
Slide 6 - Slide
Directe belasting
Indirecte belasting
Andere inkomsten
Slide 7 - Drag question
Slide 8 - Video
Slide 9 - Slide
Nederland geeft het meeste geld uit aan...
A
Zorg
B
Sociale zekerheid
C
Onderwijs
D
Gemeentefonds
Slide 10 - Quiz
A
Er is sprake van een begrotingstekort
B
Er is sprake van een begrotingsevenwicht
C
Er is sprake van een begrotingsoverschot
Slide 11 - Quiz
Uitgaven van de overheid
Miljoenennota
Overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven (begroting)
Meer inkomsten dan uitgaven -> begrotingsoverschot
Meer uitgaven dan inkomsten -> begrotingstekort
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Uitgaven van de overheid
Staatsschuld versus overheidsschuld
Wanneer het Rijk geld leent (bij een begrotingstekort), neemt de staatsschuld toe.