What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H3: W.22: sterke werkwoorden
Heute
Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
Herhaling voorzetsels 3e naamval
Welchselunterricht 2021
Herzlich Willkommen!
Deine Schulsachen bitte auf den Tisch!
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
40 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Heute
Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
Herhaling voorzetsels 3e naamval
Welchselunterricht 2021
Herzlich Willkommen!
Deine Schulsachen bitte auf den Tisch!
Slide 1 - Slide
Unterrichtsziele erzählen
Wiederholen!
Leseaufgabe machen
Hausaufgaben notieren und machen
Während der Unterrichtsstunde:
Slide 2 - Slide
Heute
Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
Herhaling voorzetsels 3e naamval
Unterrichtsziele:
Je kunt de werkwoorden haben, sein & werden in de verleden tijd gebruiken.
Je kunt aangeven of iets richtig of falsch is in een leestekst.
Slide 3 - Slide
Zet de zin in de verleden tijd!
Ich habe heute Geburtstag.
Slide 4 - Open question
Zet de zin in de verleden tijd!
Wo bist du die ganze Zeit?
Slide 5 - Open question
Zet de zin in de verleden tijd!
Jordy und Jaël haben am Samstag ein wichtiges Fußballspiel.
Slide 6 - Open question
Zet de zin in de verleden tijd!
Ich werde das anders machen.
Slide 7 - Open question
Zet de zin in de verleden tijd!
Werdet ihr von diesen blöden Typen belästigt?
Slide 8 - Open question
Kapitel 14 - Lesetext machen
Sucht bitte Aufgabe 9.2 im Arbeitsbuch dabei. Seite 57.
Wir lesen den Text zusammen durch, achtet bitte auf deine Aussprache.
Macht die Aufgabe selbstständig. Danach besprechen wir sie.
Lesen
Slide 9 - Slide
Kapitel 14 - Hausaufgaben
Während der Unterrichtsstunde und zu Hause machen:
Aufgabe
7.1, 8.1, 8.2, 10.4
machen
-
Ihr lernt aus Kapitel 13
- Wörter A und B
- Schreibecke
- Grammatik 2
Ihr lernt aus Kapitel 14
- Wörter A
- Grammatik 1
- Grammatik 2
Slide 10 - Slide
maak het rijtje af:
heiß -
Slide 11 - Open question
maak het rijtje af:
viel -
Slide 12 - Open question
Vertaal in het Duits & maak het rijtje af:
groot -
Slide 13 - Open question
Vertaal in het Duits & maak het rijtje af:
goed -
Slide 14 - Open question
Vertaal in het Duits & maak het rijtje af:
dichtbij -
Slide 15 - Open question
Kapitel 14 - Video anschauen
Wir schauen den Video an. Ihr beantwortet die Fragen.
Aufgabe 5.1
Slide 16 - Slide
Kapitel 14 - Grammatik
Hoofdregel is: klein - kleiner – kleinst
stellende trap: klein
vergrotende trap + -er: kleiner
overtreffende trap –st: kleinst
Woord eindigt op -d/-t of s-klank (s, z, ß, sch)?
overtreffende trap + -est
trappen van vergelijking
Even een voorbeeld:
laut – lauter – laut
est
heiß – heißer – heiß
est
wild – wilder – wild
est
Slide 17 - Slide
Kapitel 14 - Grammatik
trappen van vergelijking
Zum Beispiel:
stellende trap: Sophie ist
ein
kleines
Mädchen
.
vergrotende trap: Ich habe
einen
kleineren
Kuchen
gebacken als du.
overtreffende trap: Das ist
der kleinste Hund
, den ich je gesehen habe!
[1
]
Zowel de
stellende trap
als de
vergrotende en overtreffende trap
kunnen als bijvoeglijk naamwoord worden vervoegd.
Slide 18 - Slide
Kapitel 14 - Grammatik
trappen van vergelijking
In het Nederlands
[1] het grootst, het mooist, het snelst
[2] vergelijking met
dan
Anne is groter
dan
Peter.
[3] vergelijking met
als
Anne is niet zo groot
als
Peter.
In het Duits:
[1] am + overtreffende trap + en
[2] vergelijking met
als
Anne ist größer
als
Peter.
[3] vergelijking met
wie
Anne ist nicht so groß
wie
Peter.
Slide 19 - Slide
Kapitel 14 - Grammatik
trappen van vergelijking
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Heute
Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
Herhaling voorzetsels 3e naamval
Leervragen:
[1] Maak een korte zin in het Duits met de woorden ontbijt, honing & brood.
[2] Hoe zeg je in het Duits dat er in het weekend altijd verse broodjes zijn.
[3] Maak een zin in het Nederlands met de woorden der Grund & die Zeitung erin.
Wiederholung!
Wortschatz
Antwoorden:
[1] Eigen antwoord
[2] Am Wochenende gibt es immer frische Brötchen.
[3]
Een goede reden om de krant te lezen, is om het nieuws te kunnen volgen.
Slide 23 - Slide
Heute
Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
Herhaling voorzetsels 3e naamval
Wisst ihr es schon..?
Unterrichtsziele
Lektion 6 abschließen
Während der Unterrichtsstunde:
wiederholen
Slide 24 - Slide
More lessons like this
H3: W.35: kennismaking
September 2021
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H3: W.23: Schreibecke und Steigerungsstufe üben
June 2021
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H3: W.21: trappen van vergelijking herhalen
May 2021
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H3: W.17: trappen van vergelijking
April 2021
- Lesson with
13 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H3: W.20: trappen van vergelijking herhalen
May 2021
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H3: W.20: zwakke ww's o.v.t.
May 2021
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H3: W.20: weiter üben
May 2021
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
A3: W.21: bijvoeglijk naamwoord null-gruppe
May 2021
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2