Scholing werkbegeleiding les 3

Scholing werkbegeleiding 
Les 3
Wat voor soort WB ben jij?

1 / 36
next
Slide 1: Slide
MBOStudiejaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Scholing werkbegeleiding 
Les 3
Wat voor soort WB ben jij?

Slide 1 - Slide

Programma dagdeel 2 

  • Welk type werkbegeleider ben jij? 
  • Leiderschapstesten
  • Actief luisteren vanuit de motiverende gespreksvoering  
  • Feedback geven en ontvangen
  • Slechtnieuwsgesprek 

Slide 2 - Slide

Wat vind jij prettig van jou WB

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Link

werkbegeleider toont ook leiderschap welke soorten leiderschap ken je

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Taakvolwassenheid
Hersey & Blanchard stellen dus dat er niet één leiderschapsstijl de beste is. De effectiviteit van een stijl hangt af van de taakvolwassenheid van het team en/of de medewerker. Een gemotiveerde medewerker met veel ervaring, kennis en kunde stuur je nu eenmaal anders aan dan een schoolverlater die graag wil starten maar over weinig kennis en ervaring beschikt. Afhankelijk van:
Deskundigheid (kunnen) > de kennis, ervaring en vaardigheden van de medewerker. De mate van kennis, ervaring en vaardigheden van een medewerker bepaalt of een medewerker een specifieke taak zelfstandig kan uitvoeren.
Motivatie (willen)> de mate van betrokkenheid van de medewerker bij het uitvoeren van die taak. En op de bereidheid van de medewerker om verantwoordelijkheid te nemen voor het uitvoeren van deze taak.   



Slide 9 - Slide

volwassenheidsniveaus

Slide 10 - Slide

* Taakgericht leiderschap; de manager die gelooft dat medewerkers van nature lui en ongemotiveerd zijn hanteren veelal een meer instruerende en vaak zelfs een autoritaire leiderschapsstijl. De manager geeft richtlijnen en instructies aan de medewerkers hoe zij hun werk moeten uitvoeren. En de manager controleert of de instructies zijn opgevolgd.

 

* Mensgericht leiderschap; de manager die gelooft dat medewerkers van nature gemotiveerd zijn en in staat zijn om zichzelf continu verder te ontwikkelen geeft medewerkers de ruimte voor eigen initiatief en creativiteit. Begrippen als betrokkenheid, participatie, coaching en persoonlijke ontwikkeling staan in deze managementstijl centraal. 

Slide 11 - Slide

wat ben jij? een denker? doener? dromer? of beslisser, waaruit merk je dit

Slide 12 - Open question

als je jezelf vergelijkt met het eerste jaar denk je dan dat je veranderd bent? in welk opzicht?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Link

welke botsing kan je verwachten als de werkbegeleider een doener is en de leerling een denker

Slide 15 - Open question

welke botsing kan je verwachten als de werkbegeleider een beslisser is en de leerling een dromer

Slide 16 - Open question

wat is de taak van de werkbegeleider als we het hebben over verschillende leerstijlen

Slide 17 - Open question

gesprekstechnieken

Slide 18 - Slide

0

Slide 19 - Video

LSD
luisteren: met je oren en je ogen
samenvatten: herhalen wat je hebt gehoord
doorvragen: een open vraag stellen, omdat je meer wilt weten

Slide 20 - Slide

0

Slide 21 - Video

Van vaag naar concreet

Slide 22 - Slide

Wanneer je actief luistert dan...
A
luister je alleen naar het verhaal
B
hoor je wat iemand zegt
C
kijk je naar de emotie bij de spreker
D
let je alleen op de non verbale signalen

Slide 23 - Quiz

Wat is concreet?

Slide 24 - Slide

Feedback: wat is het?

  • Een reactie op het gedrag of het werk
  • Een top: het gedrag of het werk is goed. Je krijgt of geeft  een compliment
  • Een tip: het gedrag of het werk kan jij of de ander verbeteren

Slide 25 - Slide

   Geven en ontvangen

Slide 26 - Slide

Voordelen feedback op de werkvloer
  • Je leert als team
  • Je haalt betere resultaten
  • Werkt effectief samen: 
       - bent open naar elkaar
       - je weet wat je aan de anderen hebt
       - je kent elkaars verwachtingen

Slide 27 - Slide

Regels van feedback , ook op sheet dag 2  

1e     IK = zie, hoor, merk .......... (= waarneming)
2e     IK = vind het ......omdat ....... (= gevoel + motivatie)
3e     IK = zou graag willen dat ........ (= advies, wens) 
JIJ = wat vind jij? ........ (= in gesprek) 

Slide 28 - Slide

  • Het doel van feedback geven is dat de ander hiermee zijn gedrag of werk kan verbeteren. Twee elementen:
concreet  voorbeeld + gewenst resultaat

Voorbeeld:
Gasten staan lang bij de balie te wachten, omdat je eerst de gesprekken aan de telefoon afhandelt. Ik adviseer je om eerst de gasten aan de balie te helpen. 




Slide 29 - Slide


Als je iemand feedback geeft, dan zeg je wat je vindt van het  gedrag of werk van de ander. 





Slide 30 - Slide

Tips feedback ontvangen
  • Luister zorgvuldig 
  • Stel u open voor informatie 
  • Stel vragen ter verduidelijking 
  • Denk na over uw reactie 


Slide 31 - Slide

Waar denk je aan bij slechtnieuwsgesprek?

Slide 32 - Mind map

Slechtnieuwsgesprek 

Slide 33 - Slide

Verloop slechtnieuwsgesprek 
 Volg de volgende stappen:

1. Bereid het gesprek voor
2. Korte inleiding
3. Val met de deur in huis
4. Geef hooguit twee argumenten
5. Laat de ander reageren / stoom afblazen
6. Toon medeleven / help met verwerken
7. Herhaal argumenten en vat samen
8. Bespreek vervolgacties en oplossingen

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide