H6 aantrekkelijk formuleren: verbanden tussen zinnen
Ook gebruik van verwijswoorden verlevendigen jouw tekst.
Welke verwijswoorden gebruik je?
– persoonlijke voornaamwoorden: hij, hem, zij, ze, haar, hen, hun
– bezittelijke voornaamwoorden: zijn, haar, hun
– aanwijzende en betrekkelijke voornaamwoorden: deze, die, dit, dat
– bijwoorden: daar, waar, toen, zo
– waar + voorzetsel of voorzetsel + wie?: waarmee, waarover enz., met wie, over wie enz.